VWO 4 BE_§9.2

Leerdoelen paragraaf 9.2 blz 140
Leerdoelen paragraaf 9.2: 
Je kunt: 
  • de werking van het versterfrecht noemen.
  • uitleggen wat een testament is en het effect ervan.
  • de belangrijkste begrippen rondom het erfrecht noemen.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Leerdoelen paragraaf 9.2 blz 140
Leerdoelen paragraaf 9.2: 
Je kunt: 
  • de werking van het versterfrecht noemen.
  • uitleggen wat een testament is en het effect ervan.
  • de belangrijkste begrippen rondom het erfrecht noemen.

Slide 1 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Nalatenschap




Nalatenschap
Het vermogen (bezittingen en schulden)
dat de overleden persoon op de dag van overlijden nalaat.

Slide 2 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Versterferfrecht


Versterferfrecht
Als de erflater geen testament heeft, geldt dit recht.
  • Binnen de erfgenamen wordt een volgorde van groepen erfgenamen genoemd.
  • Bij vererving erven alleen personen in de eerste groep.
  • Zijn er geen erfgenamen in de eerste groep, dan erven de erfgenamen in de tweede groep enz.
  • Binnen een groep heeft iedere persoon recht op een gelijk deel van de nalatenschap.

Slide 3 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Plaatsvervulling






Plaatsvervulling
Als (klein)kinderen de plaats van een erfgenaam innemen:
  • als de erfgenaam is overleden
  • de erfenis verwerpt of
  • onwaardig is.

Slide 4 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Ongedaanmakingsverbintenis






Ongedaanmakingsverbintenis
De langstlevende kan de toedeling van alle goederen en schulden binnen drie maanden na overlijden van de erflater ongedaan maken.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Stiefoudergevaar







Stiefoudergevaar
Het gevaar dat de vordering van de kinderen in een gemeenschap van goederen in het nieuwe huwelijk valt.
Als de langstlevende ouder als eerste komt te overlijden, komt dan de hele nalatenschap in handen van de stiefouder.

Slide 6 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Wilsrechten






Wilsrechten
Kinderen kunnen hun vordering beschermen bij een nieuw huwelijk van de langstlevende ouder.

Slide 7 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Notarieel testament






Notarieel testament
  • Degene die het testament maakt (testateur) legt de voorkeuren en wensen uit aan de notaris die de notariële akte opmaakt.
  • De notariële akte is het testament en moet worden ondertekend door de testateur en de notaris.
  • De notaris doet melding van het testament bij het Centraal Testamenten Register (CTR).

Slide 8 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Depottestament






Depottestament
  • Dit wordt door de testateur zelf gemaakt en deze geeft dit (gesloten of open) in bewaring bij de notaris.
  • Van deze verklaring maakt de notaris een akte van bewaring.
  • Het testament en de akte van bewaring vormen samen het depottestament.
  • De notaris moet hier ook melding van doen bij het CTR.

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Legaat






Legaat
  • Hierbij worden bepaalde goederen of een geldbedrag aan iemand of aan een organisatie toegewezen.
  • Het legaat is het door de erflater nagelaten goed of het geldbedrag aan de legataris.
  • De legataris is de ontvanger van het legaat en heeft niets te maken met de afwikkeling van de nalatenschap.

Slide 10 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Codicil







Codicil
  • Een onderhands, door de erflater geheel met de hand geschreven, gedagtekend en ondertekend stuk.
  • In een codicil kan alleen het volgende gelegateerd worden: kleding, lijfstoebehoren, bepaalde lijfsieraden, dingen uit de inboedel, boeken, persoonlijkheidsrechten van auteurs en regeling uitvaart.

Slide 11 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Legitieme portie







Legitieme portie
De legitieme portie is het deel van de erfenis waarop de legitimaris (het kind) altijd recht heeft.
Vaak is de legitieme portie de helft van het erfdeel volgens het versterferfrecht.

Slide 12 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Legitieme (legitimaire) massa






Legitieme (legitimaire) massa
+ waarde van de nalatenschap
+ waarde bepaalde giften (bepaalde giften in de afgelopen vijf jaar voor overlijden en giften aan legitimarissen)
– schulden van de nalatenschap (schulden die bij overlijden aanwezig waren, kosten van begrafenis/crematie, kosten voor vereffenen nalatenschap enz.)

Slide 13 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Onterven







Onterven
  • Door te onterven is de onterfde persoon geen erfgenaam.
  • De onterfde persoon kan dus geen rechtsopvolger van de overledene worden.
  • Als een kind wordt onterfd, kan hij de legitieme portie (in geld en binnen vijf jaar na overlijden) opeisen.

Slide 14 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Legitimaire aanspraak







Legitimaire aanspraak
De legitieme portie minus door de legitimaris tijdens zijn leven ontvangen giften van de erflater.


Slide 15 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Aan de slag
  • Lezen paragraaf 9.2 blz 140 t/m 144
  • Bekijk de bijbehorende voorbeelden 9.3 t/m 9.5
  • Maak opgave 9.6  t/m 9.9 blz 75-76

Slide 16 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
  • Waar hebben we het deze les over gehad?
  • Wat waren de leerdoelen?
  • Heb je de leerdoelen gehaald?

Slide 17 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 18 - Open question

This item has no instructions


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

    Begrippen uit deze les
  • nalatenschap
  • versterferfrecht
  • plaatsvervulling
  • ongedaanmakingsverbintenis
  • stiefoudergevaar
  • wilsrechten
  • notarieel testament
  • depottestament
  • legaat
  • codicil
  • legitieme portie
  • legitieme (legitimaire) massa
  • onterven
  • legitimaire aanspraak

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk
Opgave 9.6  t/m 9.11 blz 75

Slide 21 - Slide

This item has no instructions