This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 90 min
Items in this lesson
Hoofdstuk 1 en 2
Proeftoets
Slide 1 - Slide
Primaire behoeften
Secundaire behoeften
Behoeften die je leven prettiger maken
Behoeften die je leven beter maken
Behoeften om in leven te blijven
Noodzakelijke behoeften
Slide 2 - Drag question
Zijn de volgende goederen voorbeelden van schaarse goederen of van vrije goederen?
Schaarse goederen
Vrije goederen
Groenten
Papier
Regenwater
Zonlicht
Slide 3 - Drag question
Meryem koopt een nieuwe tablet. De tablet kost € 380. Ze krijgt 40% korting. Hoeveel moet ze betalen? Rond af op een heel getal.
Slide 4 - Open question
Welk marketinginstrument zie je hier?
A
Prijs
B
Plaats
C
Product
D
Promotie
Slide 5 - Quiz
Welk marketinginstrument zie je hier?
A
product
B
promotie
C
plaats
D
personeel
Slide 6 - Quiz
Bekijk de bron. Welke soort reclame is dit?
A
Actiereclame
B
Commerciële reclame
C
Ideële reclame
D
Merkreclame
Slide 7 - Quiz
Ensaff verdient €233 per maand. Hij geeft 24% uit aan secundaire behoeften. Hoeveel is dit?
A
€60,23
B
€55,92
C
€23
D
€56,10
Slide 8 - Quiz
Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?
A
Uiteten gaan
B
De ramen laten wassen
C
Een brood bakken
Slide 9 - Quiz
Hoe noem je alles wat bedrijven doen om hun product te verkopen?
A
Marketing
B
Reclame
C
Koopgedrag
Slide 10 - Quiz
Welk plaatje hoort bij welk soort reclame?
Ideële reclame
Merkreclame
Informatieve reclame
Slide 11 - Drag question
Wat voor soort uitgave is er afgebeeld?
A
Huishoudelijke uitgave
B
Vaste lasten
C
Incidentele uitgaven
Slide 12 - Quiz
Het inkomen stijgt met 3% en de prijzen met 1,5%. Wat gebeurt er met de koopkracht?
A
Die neemt met 1,5% toe
B
Die blijkt gelijk
C
Die neemt met 1,5% af
D
Die neemt toe met 4,5%
Slide 13 - Quiz
Vraag 2: Bereken voor elke geteste tonijn de prijs per 100 gram en geef aan welke tonijn naar verhouding de voordeligste is.
Slide 14 - Open question
Vraag 6: Hanneke koopt in de uitverkoop Nike schoenen bij de Intersport. Na een maand laat de zool van de rechterschoen los. Heeft Hanneke recht op een nieuw paar schoenen?
A
Ja, de winkel moet het altijd product ruilen als je er niet tevreden over bent.
B
Ja, Intersport mag alleen deugdelijke producten leveren
C
Nee, de schoenen waren in de uitverkoop dus vervalt de garantie
D
Nee, een zool die na een maand loslaat is vrij normaal.
Slide 15 - Quiz
Vraag 7: In de productwaarschuwing van een snelkookpan is te lezen dat de pan ernstig letsel kan veroorzaken, zoals brandwonden. Volgens welke wet moet de fabrikant de eventuele kosten van deze gevolgschade betalen?
A
Veiligheidswet
B
Warenwet
C
Wet koop op afstand
D
Wet Productaansprakelijkheid
Slide 16 - Quiz
Vraag 9
Slide 17 - Open question
Vraag 11: Op 1 maart hebben Maarten en Minoes een koopwoning bekeken. Ze willen het huis graag kopen, maar schrikken een beetje van de bijkomende kosten. Maarten wil de koop daarom sluiten zonder gebruik te maken van de diensten van een notaris. Is dat mogelijk?
A
Ja, want je mag zelf onderhandelen over de prijs
B
Ja, want je mag zelf de transportakte opstellen
C
Nee, want de notaris moet een transportakte opstellen
D
Nee, wamt de notaris moet met de verkoper onderhandelen over de prijs.
Slide 18 - Quiz
Vraag 12: Jeffrey en Manon zien op de huizenwebsite Funda een appartement met een vraagprijs van € 249.500 k.k. Na stevig onderhandelen krijgen ze € 15.000 van de vraagprijs af. Bereken welk bedrag ze in totaal voor het appartement betalen, als je ook rekening houdt met 5% kosten koper.
Slide 19 - Open question
Vraag 18
Slide 20 - Open question
Wat kun je doen voor de toets
Lees alles goed door
Maak een mindmap of een samenvatting
Oefen de procentsommen met de rekenopdrachten
kijk deze opdrachten ook na & verbeter (antwoorden op Teams)