Als je in God gelooft, dan ga je naar de kerk.
Geloof je in Allah? Dan ga je naar de moskee.
De Romeinen hadden niet één god. Ze hadden heel veel goden! De Romeinen geloofden dat de goden zorgden voor geluk, gezondheid, eten, liefde, wijsheid en nog veel meer… Om de goden blij te maken, bouwden ze tempels.
De mensen gingen vaak naar de tempel om geschenken te offeren, zoals fruit en bloemen.
De Romeinse tempels hadden zuilen. Dat zijn ronde pilaren die de stenen erboven kunnen dragen. Vaak zijn ze versierd.
Bovenop de pilaren zie je een timpaan. Dat is een driehoekige vorm die op een dak lijkt. De timpaan is vaak versierd met afbeeldingen.