formative reading bespreken/adjectieven

    Ik ga op reis en ik neem mee...
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

    Ik ga op reis en ik neem mee...

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?
Dinsdag 5 maart Istudy-coverwork dus geen cover teacher
8 maart reading assessment- Gaspard en Mert:alles in het NL

bijvoeglijk naamwoord-adjectives
Feedback formative reading

DIY bingo

Slide 2 - Slide

Bijvoeglijk naamwoord-adjective
The car is fast. De auto is snel.
The fast car-de snelle auto
The girl is pretty. Het meisje is mooi.
a pretty girl-het mooie meisje

Adjectives tell us how something is. They give extra info about the noun that is behind it.

Slide 3 - Slide

Adjective +e in front of noun 
De mooie rozen

When the adjective is in front of the noun you add an -e behind the adjective. 

Slide 4 - Slide

Spelling of the adjective
After a short vowel the consonants double:

de jurk is wit-
de witte jurk
het boek is dik-
het dikke boek

Slide 5 - Slide

With a long vowel followed by a consonant you drop one consonant:
het huis is groot
het grote huis
De was is droog
de droge was

Slide 6 - Slide

When a word ends with an -f it turns into -ve
De man is doof
De dove man

And -s turns into  -ze
De vrouw is boos
de boze vrouw

Slide 7 - Slide

Voorbeelden

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

5 minuten pauze

Hoe laat beginnen we?

Slide 13 - Slide

Feedback formative reading
https://docs.google.com/document/d/1xYChC_bFtfQcTT4dGfXc_sdQ5FWKHMf-8WbqM2V9pi4/edit
1 Geef volledig antwoord-Niet een park, maar een Nationaal park
2 Kies er 3 uit de lijst gebruik de namen op de website
3 waar/niet waar-zet een vinkje!!
4 beschrijf-describe=comment term

Slide 14 - Slide

Feedback formative reading
Give a detailed account or picture of a situation, event, pattern or process.
4 Here you can find the excursion on the website and copy or even better rephrase in your own words
5 Your own opinion
Ik ga ...  Ik hou van ....
Ik wil graag ...

Slide 15 - Slide

DIY bingo
1 Take piece of paper
2 draw a table with 4 lines
3 now you have 9 places where you can write words
4 choose random words from the Quizlet word list
Ik ga op reis en ik neem mee
5 If you hear a word that you have written down cross it out.
6 3 words vertical, horizontal or diagonally is BINGO

Slide 16 - Slide