Beeldspraak

1 / 15
next
Slide 1: Video
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vergelijkingen

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Je kan in een vergelijking object en beeld herkennen.

Je kent een aantal bekende vergelijkingen.

Slide 5 - Slide

Deze les
10 min: uitleg vergelijkingen
20 min: zelfstandig oefeningen maken Paragraaf 10
5 min: afsluiter

Slide 6 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)
Spreekwoorden:
Hele zin, mag je niet veranderen.
Na regen komt zonneschijn.

Uitdrukkingen:
Groepje woorden, kan je zelf in een zin gebruiken.
de handen uit de mouwen steken
kommer en kwel


Slide 7 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)

Vergelijkingen
Hij is zo sterk als een beer!

Asyndetische vergelijkingen
De boxer, een echte beer, liep de ring in.

Slide 8 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)
Vergelijkingen
Haar lippen waren zo rood als een roos.

eigenschap van beeld (=overeenkomst) wordt geprojecteerd op object, aan elkaar verbonden door verbindingswoord als, overeenkomst wordt genoemd

Haar lippen = object
rood = overeenkomst
als = verbindingswoord
een roos = beeld


Slide 9 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)
Asyndetische vergelijkingen
Het ds. Pierson College, het Harvard van Den Bosch, scoort elk jaar geweldig in onderzoeken.

eigenschap van beeld (=overeenkomst) wordt geprojecteerd op object, NIET aan elkaar verbonden door verbindingswoord als, overeenkomst wordt NIET genoemd

Het ds. Pierson College = object
het Harvard (van Den Bosch) = beeld
hoog aangeschreven school = overeenkomst

Slide 10 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)
Schrijf van de volgende zinnen in je schrift: object, beeld, overeenkomst, eventueel: verbindingswoord

Vergelijkingen
Hij is zo sterk als een beer!
Asyndetische vergelijkingen
De boxer, een echte beer, liep de ring in.

Slide 11 - Slide

Figuurlijk taalgebruik (beeldspraak)

Vergelijkingen
Hij (object) is zo sterk (overeenkomst) als (verbindingswoord) een beer (beeld)!
Asyndetische vergelijkingen
De boxer (object), een echte beer (beeld), liep de ring in.
overeenkomst: sterk

Slide 12 - Slide

Werk verder aan je planner
Cursus 5: Paragraaf 10: 1 (Online)
Klaar? 2 en 3
timer
10:00

Slide 13 - Slide

Leg het verschil uit tussen een normale en een asyndetische vergelijking.

Slide 14 - Open question

Volgende les
Stijlfiguren

Slide 15 - Slide