30-6-21 1D1

Welcome 1D1
Thank you for having
your books on your desk!
(Tekstboek, werkboek B, schrift)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome 1D1
Thank you for having
your books on your desk!
(Tekstboek, werkboek B, schrift)

Slide 1 - Slide

Today's lesson
Recap last lesson
Recap the future (toekomstige tijd)
Stone 16+17

Slide 2 - Slide

Recap last lesson 1
Translate the following sentences (Use grammar 16 p 91):
Mijn broer kan niet zwemmen
Zou je dat kunnen herhalen?
Vandaag kan Tom niet de metro nemen (to take the ---)
Ik kan je de weg naar het warenhuis wijzen (De weg wijzen = to show you the way)
Mijn zus kan autorijden

Slide 3 - Slide

My brother cannot swim
Could you repeat that please
Today Tom cannot / can't take the underground
I can / could show you the way to the department 
My sister can drive a car

Slide 4 - Slide

Recap kunnen  / zou kunnen
Iemand kan iets
CAN
Iemand kan iets (beleefd)
COULD
Iemand kan iets niet
CANNOT / CAN'T
Vragen of iemand iets kan
CAN / COULD vooraan in de zin

Slide 5 - Slide

Recap last lesson 2
Translate the following sentences (use grammar 17 and stone 15 p 90-91TB)
Kijk out!
Ga naar rechts bij de rotonde
Ga rechtdoor bij de stoplichten
Reis niet met de bus
Steek de weg over


Slide 6 - Slide

Watch out!
Turn right at the roundabout
Go straight on at the traffic lights
Don't travel by bus
Cross the street

Slide 7 - Slide

Recap gebiedende wijs
Als je tegen iemand wil zeggen dat hij / zij iets MOET doen:
Begin de zin met HET HELE WERKWOORD ZONDER TO

Als je tegen iemand wil zeggen dat hij / zij iets NIET MOET doen:
Begin de zin met DO NOT/ DON'T

Slide 8 - Slide

Recap future
Translate the following sentences: 
Deze zomer ga ik naar Engeland
Morgen gaat hij naar het jeugd herberg
Gaat jou moeder naar het warenhuis?
Ga jij naar London?
Wij gaan niet met de  (to take the ---)

Slide 9 - Slide

This summer I am going to visit England
Tomorrow he is going to go to the youth hostel
Is your mother going to go to the department store?
Are you going to go to London?
We are not going to take the underground

Slide 10 - Slide

Recap future
To be + going to + het hele werkwoord

Bij vragen over de toekomst:
Zet to be vooraan in de zin

Ontkenningen over de toekomst:
To be + not + going to + het hele werkwoord

Slide 11 - Slide

Stones 16 + 17
- Voorstellen om iets te gaan doen
- Vertellen wat iemand van plan is

Study Stones 16+17, p 94 TB
Are there any words you do not know?



Slide 12 - Slide

Practise time!
Stone 16+17: Do ex 23 + 24 + 27 p 41 WB

Can / could: ex 16 p 61 WB

Gebiedende wijs: ex 17 p 61 WB

Future: ex 18 p 61 WB


Slide 13 - Slide