This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
WELKOM!
Ga rustig op je plek zitten.
Spullen op tafel. Laptop dicht.
Zet je tas op de grond.
Pak je leesboek en ga lezen.
timer
15:00
Slide 1 - Slide
Herhalen werkwoordspelling
Lesdoelen
Check
Zelf werken: oefeningen maken
Afsluiten: wat heb je geleerd?
Afsluiten: volgende les
V
A
N
D
A
A
G
Slide 2 - Slide
Je kent de verschillende werkwoordsvormen en kunt vaststellen welke vorm een werkwoord heeft.
Je kent de regels voor het schrijven van de persoonsvorm en kunt die toepassen.
Je kent de regels voor het schrijven van het voltooid deelwoord en kunt die toepassen.
Je kent de regels voor het schrijven van de gebiedende wijs en kunt die toepassen.
Lesdoelen
Slide 3 - Slide
Herhalen werkwoordspelling
Slide 4 - Slide
Persoonsvorm Wij lopen altijd naar school.
Voltooid deelwoord Wij hebben gisteren 10 kilometer gelopen.
Hele werkwoord/infinitief
Wij willen daar graaglopen.
Herhalen werkwoordspelling: soorten werkwoorden
Slide 5 - Slide
De persoonsvorm is verbonden met het onderwerp -> tt of vt
Je vindt de persoonsvorm door:
tijdproef
getalproef
vraagproef
Herhalen werkwoordspelling: pv
Slide 6 - Slide
Persoonsvorm TT
ik, .... jij
Persoonsvorm TT
ik, .... jij
jij
hij/zij/het
meervoud
ik-vorm/stam
ik-vorm + t
ik-vorm + t
'infinitief'
fiets word loop
fietst wordt loopt
fietst wordt loopt
fietsen worden lopen
werkwoorden die eindigen op dt komen dus alleen voor bij persoonsvormen in de tegenwoordige tijd van jij en van hij/zij/het. De stam van het werkwoord moet dan wel op een d eindigen.
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Persoonsvorm VT
Twee soorten werkwoorden:
Sterke werkwoorden Dezewerkwoorden moet je kennen.
Zwakke werkwoorden +te(n) of + de(n). Gebruik de regels van 't ex-kofschip.
Slide 9 - Slide
Het voltooid deelwoord is het werkwoord dat aangeeft dat iets is afgelopen.
Je herkent het voltooid deelwoord aan het volgende:
een vorm vanhebben, zijnof worden
ge-, be-, ont-of ver-
iets/het is afgelopen.
> ook hier gebruik je de regel van 't ex-kofschip.
Herhalen werkwoordspelling: voltooid deelwoord
Slide 10 - Slide
'T EX-KOFSCHIP
Om te bepalen of er -te(n) of +de(n) toegevoegd moet worden, gebruik je 'tex-kofschip.
Dit is eigenlijk een ezelsbruggetjeom de medeklinkers te kunnen onthouden.
> Zit de laatste letter van de stam van het werkwoord wel of niet in 't ex-kofschip?
wel > ik-vorm + te(n)
niet > ik-vorm + de(n)
Slide 11 - Slide
Voltooid deelwoord
Hoe spel je dat?
Twee manieren om dat uit te vinden.
verlengproef - maak het woord langer dan hoor je of er een -d of -t moet komen.
't ex-kofschip.
Slide 12 - Slide
Het hele werkwoord is de infinitief.
Je herkent een infinitief aan het volgende:
Het is het hele werkwoord (de wij-vorm).
Er staat soms 'te' of 'aan het' voor.
Herhalen werkwoordspelling: infinitief
Slide 13 - Slide
Gebiedende wijs
Bevel of aansporing
Persoonsvorm:ik-vormvan het werkwoord: Loop daarheen!
Er staat geen onderwerp ingebiedende wijs.
Je kunt 'jij' erachteraan denken.
Slide 14 - Slide
Maak een zin met het werkwoord
in de aangegeven vorm.
Check
Slide 15 - Slide
timer
30:00
Hoe lang: 30 minuten
Hoe: in je schrift
Klaar? -> lezen
Maak: opdracht 3 t/m 6 op blz. 29 t/m 31 of numo werkwoordspelling
Zelf werken: oefeningen maken
Slide 16 - Slide
Je kent de verschillende werkwoordsvormen en kunt vaststellen welke vorm een werkwoord heeft.
Je kent de regels voor het schrijven van de persoonsvorm en kunt die toepassen.
Je kent de regels voor het schrijven van het voltooid deelwoord en kunt die toepassen.
Je kent de regels voor het schrijven van de gebiedende wijs en kunt die toepassen.
Afsluiten: wat heb je geleerd?
Slide 17 - Slide
> meer werkwoordspelling: Engelse werkwoorden in het Nederlands