H3E Laatste les Duits 2023 - 2024

H3E Laatste les Duits 2023 - 2024
1 / 29
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

H3E Laatste les Duits 2023 - 2024

Slide 1 - Slide

Hebben Duitsers humor?
https://youtu.be/5rvdLiIvaK8



Slide 2 - Slide

Waar eet je soep mee?

A
Messer
B
Löffel
C
Fork
D
Flasche

Slide 3 - Quiz

Vul aan: In klas H3E zitten De Wienerschnitzels, dat zijn Jessie, Ziva en .....

Slide 4 - Open question

Wat is de juiste vertaling van "doof"?
A
snel
B
ergens
C
stom
D
omdat

Slide 5 - Quiz

Wat is de correcte vertaling van "kaum"?
A
nauwelijks
B
echter
C
kans
D
in totaal

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je in het Duits: Je steekt de straat over?
A
Du überquerst die Straaße
B
Du überquerst das Straße
C
Du überquerst das Straaße
D
Du überquerst die Straße

Slide 7 - Quiz

In H3E zit ook het groepje "Wienerschnitzel Krieg" (6 Mädchen). Wieviel Vornamen in dieser Gruppe fangen an mit einem "I"?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 8 - Quiz

Hoe vertaal je: Hoe kan ik je helpen?
A
Wie kann ich du helfen?
B
Wie kann ich du hilfen?
C
Wie kann ich dir helfen?
D
Wer kann ich helfen?

Slide 9 - Quiz

Welke zin klopt?
A
Die Bank befindet sich am Marktplatz.
B
Der Bank befindet sich am Marktplatz.
C
Die Bank befindt sich am Marktplatz.
D
Die Bank befindet sich an der Marktplatz.

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen "oft" en "häufig"?
A
oft = vaak, häufig = soms
B
oft = soms, häufig = vaak
C
oft = snel, häufig = langzaam
D
geen verschil, oft en häufig = vaak

Slide 11 - Quiz

Wat betekent "tatsächlich"?
A
gedeeltelijk
B
inderdaad
C
daadkrachtig
D
dadelijk

Slide 12 - Quiz

Wat is de vertaling van "die Brücke"?
A
de broek
B
de korte broek
C
de breuk
D
de brug

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van het gemeentehuis in het Duits?
A
das Rathaus
B
das Rathäuser
C
die Rathaus
D
die Rathäuser

Slide 14 - Quiz

Wie hebben er dit jaar in H3E al eerder een Lessonup! quiz gewonnen?
A
Isa en Mees
B
Mees en Isabel
C
Manouk en Klaudia
D
Klaudia en Christel

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste vertaling van "doof"?
A
snel
B
ergens
C
stom
D
omdat

Slide 16 - Quiz

Uit hoeveel personen bestaat het groepje "Die Schmetterlingen?"
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je "het vloerkleed"?
A
die Teppiche
B
der teppich
C
der Teppich
D
das Teppich

Slide 18 - Quiz

Berlijn is de grootste stad van Duitsland. Wat is de op één na grootste stad?
A
München
B
Düsseldorf
C
Hamburg
D
Köln

Slide 19 - Quiz

Hoe vertaal je "het ziekenhuis"?
A
das Krankenhäus
B
die Krankenhäus
C
der Krankenhaus
D
das Krankenhaus

Slide 20 - Quiz

Hoe vertaal je "Wie komme ich zum Zoo?"
A
Hoe kom ik daarzo?
B
Hoe loop ik naar de winkel?
C
Hoe komen we bij de dierentuin?
D
Hoe kom ik bij de dierentuin?

Slide 21 - Quiz

Hoe oud is de Wartburg?
A
900 jaar
B
1200 jaar
C
750 jaar
D
400 jaar

Slide 22 - Quiz

Hoe bedank je iemand voor de hulp?
A
Gern geschehen
B
Bitte sehr
C
Vielen Dank
D
Viel Erfolg

Slide 23 - Quiz

Hoe wens je iemand een fijne Kerst?
A
Freue Weihnachten
B
Viel Spaß
C
Guten Morgen
D
Frohe Weihnachten

Slide 24 - Quiz

Waar ga je heen om kleding te kopen?
A
Laden
B
Arbeitsplatz
C
Brücke
D
Viertel

Slide 25 - Quiz

Wat is de 4e dag van de week?
A
Dienstag
B
Donnerstag
C
Freitag
D
Sonntag

Slide 26 - Quiz

Hoe noem je de zus van je moeder?
A
die Mutter
B
der Tante
C
die Tante
D
die Schwester

Slide 27 - Quiz

Hoeveel inwoners heeft Duitsland nu ongeveer?
A
73 miljoen
B
83 miljoen
C
93 miljoen
D
63 miljoen

Slide 28 - Quiz

Hoe schrijf je "de boekenkast"?
A
Der Bucherschrank
B
Der Buchenschrank
C
Der Bücherschrank
D
Der Büchenschrank

Slide 29 - Quiz