§3.4 Formuletaal

Reacties
Hoofdstuk 3

par 4 Formuletaal 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Reacties
Hoofdstuk 3

par 4 Formuletaal 

Slide 1 - Slide

Doelen van deze les:

  • Je weet wat het verschil is tussen een element en een verbinding.
  • Je kunt 7 elementen noemen die uit twee atomige moleculen bestaan.
  • Je kent de begrippen molecuulformule, coëfficiënt en index.

Slide 2 - Slide

Element
  1. Een element bestaat uit 1 soort atomen
  2. Een element is niet ontleedbaar
  3. Een element heeft een symbool (hoofdletter en/of kleine letter)

Slide 3 - Slide

Een atoomsoort noem je ook wel een element.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Welke van de onderstaande stoffen is een element?
A
o₂
B
C
C
CO
D
He

Slide 5 - Quiz

O2 ook een element? 
Ja 7 van zulke elemeten zijn zo speciaal dat ze alleen maar in 2-vorm voorkomen. 

Slide 6 - Slide

7 twee-atomige elementen:

Claire Fietst Naar Haar Oma In Breukelen

of Br-I-N-Cl-H-O-F

BrONClIFH-groep

Slide 7 - Slide

methaan = CH₄
1x het C atoom 
4x het H atoom

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zie in Quizlet de complete lijst

Slide 13 - Slide

Probeer met de bouwsetjes alle moleuculen in elkaar te zetten. 

Slide 14 - Slide

Huiswerk
Maak geheel 3.4 + leer de stoffen uit deze paragraaf. 

Slide 15 - Slide