This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
5.4 Energie en reactiesnelheid
Slide 1 - Slide
Kun jij een chemische reactie noemen?
Slide 2 - Mind map
Wat is endotherme reactie?
Slide 3 - Open question
Endotherm
Wanneer je steeds energie moet toevoegen om er voor te zorgen dat de reactie doorgaat, is de reactie endotherm.
Wanneer de energietoevoer stopt, stopt de reactie ook.
(bijvoorbeeld: het koken van een ei)
Slide 4 - Slide
Exotherm
Wanneer bij de reactie energie vrijkomt, is de reactie exotherm.
Ook wanneer je de reactie opgang moet brengen (bijvoorbeeld: een kaars aansteken) is de reactie exotherm.
(bijvoorbeeld: alle verbrandingen zijn exotherm)
Slide 5 - Slide
Het bakken van een pannenkoek.
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee
Slide 6 - Quiz
Verdampen van alcohol
A
exotherm
B
endotherm
C
Geen idee
Slide 7 - Quiz
Botsende deeltjesmodel
Bij een chemische reactie botsen moleculen op elkaar.
Wanneer een botsing voldoende krachtig
is, kunnen de atomen hergroeperen. Er wordt dan gesproken van een effectieve botsing.
Hoe meer effectieve botsingenhoe SNELLER een reactie!
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Reactiesnelheid
Een reactie kan snel of langzaam verlopen (en alles er tussenin)
De snelheid waarmee een reactie verloopt wordt reactiesnelheid genoemd.
Slide 10 - Slide
Reactiesnelheid
De reactiesnelheid wordt beïnvloed door:
De soort stof
Verdelingsgraad
Concentratie
Temperatuur
Katalysator
Slide 11 - Slide
Reactiesnelheid invloeden
De soort stof/materie.
Bijvoorbeeld: ijzer roest sneller dan magnesium.
Slide 12 - Slide
Reactiesnelheid invloeden
Verdelingsgraad
Wanneer de deeltjes fijner worden, wordt het oppervlakte groter. De verdelingsgraad neemt toe.
De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
deeltjes fijner —> grotere verdelingsgraad
grotere verdelingsgraad —> meer effectieve botsingen
meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid
Slide 13 - Slide
Met verdelingsgraad wordt aangegeven hoe fijn een stof is verdeeld. Als de verdelingsgraad groter is, is de stof fijner verdeeld.
Wanneer is de verdelingsgraad het grootste?
A
hele eierschaal
B
eierschaal in een paar grote stukken
C
verkruimelde eierschaal
Slide 14 - Quiz
Welke afbeelding heeft een grotere verdelingsgraad?
A
B
Slide 15 - Quiz
Reactiesnelheid invloeden
Concentratie
Wanneer de concentratie groter is, zijn er meer deeltjes aanwezig waardoor de kans op effectieve botsingen groter is. De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
concentratie groter —> meer deeltjes aanwezig
meer deeltjes aanwezig —> meer effectieve botsingen
meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid
Slide 16 - Slide
Concentratie (hoeveelheid deeltjes)
Slide 17 - Slide
Reactiesnelheid invloeden
Temperatuur
Bij een hogere temperatuur bewegen de moleculen sneller
waardoor de kans op effectieve botsingen groter is.
De reactiesnelheid neemt toe, omdat:
temperatuur groter —> moleculen bewegen sneller
moleculen bewegen sneller —> meer effectieve botsingen
meer effectieve botsingen —> grotere reactiesnelheid
Slide 18 - Slide
Reactiesnelheid invloeden
Katalysator
Wanneer een katalysator wordt toegevoegd verloopt de reactie sneller.
Een katalysator is een stof die de reactie versnelt, maar niet wordt verbruikt tijdens de reactie.
Slide 19 - Slide
Welk van de vijf methoden om reactiesnelheid te beïnvloeden kan worden verklaard met het botsende deeltjes model?
A
Verdelingsgraad en katalysator
B
Soort stof, concentratie en temperatuur
C
Alle 5 de methodes kunnen worden verklaard met het botsende deeltjesmodel
D
Verdelingsgraad, concentratie en temperatuur
Slide 20 - Quiz
Wat is het verschil tussen een endotherme en exotherme reactie?
A
Bij endotherme reacties gaat er warmte in en bij exotherme warmte uit
B
Bij endotherme reacties gaat er warmte uit en bij exotherme warmte in
C
Bij endotherme reacties gaat er energie in en bij exotherme energie uit
D
Bij endotherme reacties gaat er energie uit en bij exotherme energie in