This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Je gaat nu kijken naar een filmfragment van een waargebeurde situatie. Hoe zou jij hiermee omgaan? Vind jij de verdachte schuldig of niet?
Beantwoord de vragen van het uitgedeelde stencil
* Je kent het verschil tussen feitelijk/objectieve en nietfeitelijk/subjectief argumenten
* Je weet welke soorten argumenten er zijn
* Je hebt zelf argumenten gemaakt op basis van het filmfragment
Herhaling van:
- argumenteren
- werkwoordspelling
Verder gaan met:
- Column schrijven