Wanneer schrijf je twee of meer woorden aan elkaar?
- Samenstelling die bestaat uit twee of meer ZN
kassabon, bibliotheekpas, motorbootverzekering.- WW die beginnen met een voorzetsel (na, op, over, uit)
Ik heb de hond uitgelaten.
- woorden met er-, daar-, hier- en waar- plus een voorzetsel.
Erin, daarachter, hierbij, waarover.