Nevenschikking en onderschikking
- Samengestelde zin met onderschikking
Bv. Mijn zus is altijd vrolijk wanneer het weekend begint.
Mijn zus is altijd vrolijk = hoofdzin
wanneer het weekend begint = bijzin
wanneer = onderschikkend voegwoord
Bv. Mijn zus, die vandaag verjaart, is altijd vrolijk.
Mijn zus is altijd vrolijk = hoofdzin
die vandaag verjaart = bijzin
die = betrekkelijk voornaamwoord