Wat? Opdracht 2, 3 en 4 (blz. 22-23)
Hoe? We beginnen in stilte, daarna mag je zachtjes overleggen.
Tijd? Je hebt hier 15 minuten de tijd voor.
Hulp? Vraag eerst je buurman/buurvrouw. Daarna steek je je hand omhoog, dan beantwoord ik je vraag.
Klaar? Ga lezen in je leesboek.