Quiz Ruimte voor water

Quiz Ruimte voor water
1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Quiz Ruimte voor water

Slide 1 - Slide

Wat is relatieve zeespiegelstijging?
A
De absolute zeespiegelstijging ten opzicht van NAP
B
De zeespiegelstijging ten opzichte van de dijkhoogte
C
De zeespiegelstijging ten opzichte van het land
D
De bodemdaling gecompenseerd door temperatuurverhoging

Slide 2 - Quiz

Wat wordt verstaan onder absolute zeespiegelstijging?
A
De zee daalt t.o.v. het land
B
De zee stijgt t.o.v. het land
C
Het land daalt t.o.v. de zee
D
Het land stijgt t.o.v. de zee

Slide 3 - Quiz

Welke uitspraak is juist?
A
Bij inklinking wordt de bodem compacter, bij veenoxidatie verdwijnt de bodem.
B
Bij inklinking verdwijnt de bodem, bij veenoxidatie wordt de bodem compacter.

Slide 4 - Quiz

De bossen in Nederland worden bedreigd door verdroging. Wat is de oorzaak van verdroging?
A
Het aanleggen van dijken
B
Het kappen van de bomen
C
Het wegpompen van grondwater
D
Aanleggen van sloten en kanalen

Slide 5 - Quiz

Een onregelmatiger neerslagregiem betekent dat...
A
er minder neerslag valt op een moment
B
er periodes van droogte ontstaan
C
er minder neerslag valt
D
de temperatuur stijgt

Slide 6 - Quiz

Watertekort: oplossingen
Wat is fout ?
A
Landbouw efficiënter (minder lekken, druppelirrigatie, minder dorstige gewassen, minder vlees, verdamping tegengaan)
B
Gebruik omlaag bij huishoudens. (watervoetafdruk omlaag)
C
Waterpricing: reële kosten maakt water goedkoper.
D
Minder lekken in steden en verbruik in industrie omlaag.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn oorzaken van de bodemdaling van Nederland?
A
Veel dijken
B
Grondwater wordt gepompt
C
Veenoxidatie
D
Aardgaswinning

Slide 8 - Quiz

Dit is een retentiegebied. Bij welk onderdeel van de driestapsstrategie hoort dit?
A
Vasthouden
B
Bergen
C
Lozen

Slide 9 - Quiz

3.6 Bij welke stap van de driestapsstrategie hoort het plaatje?
A
Vasthouden
B
Bergen
C
Lozen

Slide 10 - Quiz

In hoog-Nederland kunnen boeren water vasthouden met een stuw
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Wanneer werd de Deltacommissie ingesteld?
A
Voor de Watersnoodramp
B
Na de Watersnoodramp

Slide 12 - Quiz

Wat doet rijkswaterstaat niet?
A
zorgen voor waterkwaliteit
B
zorgen voor waterkwantiteit
C
zorgen voor goede dijken, vaarbaarheid schepen
D
zorgen voor waterleidingen

Slide 13 - Quiz

wat is de goede volgorde voor de driestapsstrategie
A
vasthouden- heuvelen- lozen
B
vasthouden- bergen- lozen
C
lozen- bergen - vasthouden
D
bergen- lozen- vasthouden

Slide 14 - Quiz

Wat adviseert de tweede Deltacommissie niet?
A
Maak een evacuatieplan
B
Geen 100% veiligheid
C
Laat mensen nadenken over waterveiligheid
D
Letten op de waterafvoer en kwaliteit

Slide 15 - Quiz

Verstening zorgt voor wateroverlast?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

Water vasthouden is een van de drie trappen in de drietrapsstrategie. Waar kun je water vasthouden?

I. Water vasthouden kan in de bodem of door planten.
II. Water vasthouden kan in rivieren.


A
Alleen uitspraak 1 is juist
B
Alleen uitspraak 2 is juist
C
Beide uitspraken zijn juist
D
Beide uitspraken zijn onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is verzilting?
A
Het zoeter worden van de bodem
B
Het zouter worden van de bodem
C
Je weet wel, zilt
D
Het zouter maken van drinkwater, anders is het schadelijk

Slide 18 - Quiz

Wat levert de grootste bijdrage aan de absolute zeespiegelstijging?
A
smelten noordpool
B
smelten landjs
C
smelten zuidpool
D
uitzetting van warm water

Slide 19 - Quiz

In welk deel van het lengteprofiel van rivieren zet je "vasthouden" van water in?
A
Vooral in de bovenloop
B
Vooral in de middenloop
C
Vooral in de benedenloop
D
In alle delen

Slide 20 - Quiz

Welke hoort niet bij de driestapsstrategie
A
Afvoeren
B
Bergen
C
Loslaten
D
Vasthouden

Slide 21 - Quiz

Watertoets
A
Sinds 2013 voor bouwbedrijven.
B
Gevolgen van plannen mbt waterveiligheid, -overlast, -kwaliteit en -tekorten worden beoordeeld.
C
Driestapsstrategie mag niet worden gehinderd.
D
Waterproblemen niet afwentelen op naburige gebieden.

Slide 22 - Quiz

Hoe heten de waterkeringen in Zeeland?
A
Alfawerken
B
Deltawerken
C
Dijkwerken
D
De waterkeringen

Slide 23 - Quiz

wat is de defenitie van integraal waterbeheer
A
een gezamelijk plan van alle landen die deel uitmaken van het stroomgebied van een rivier
B
verontreiniging van bodem of water door stoffen die er van nature niet in thuis horen
C
het beschermen van de kust door aanvoer van zand door de natuur of de mens
D
gebied langs de rivier of zee dat niet beschermd wordt door dijken

Slide 24 - Quiz

Wat is een waterschap?
A
Het schap in de supermarkt waar het bronwater staat
B
Organisaties die zich inzetten voor verbetering van de waterkwaliteit
C
Overheidsinstelling die zich uitsluitend bezighoud met water
D
De minister van Rijkswaterstaat

Slide 25 - Quiz

Het overstromingsrisicobewustzijn in Nederland is:
A
Hoog
B
Laag

Slide 26 - Quiz