#Formatief H4 NN Voorvoegsels (periode 3)

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Welkom! 

Jas aan de kapstok.

Telefoon in de koffer.

Neem plaats. 

Op tafel: Leesboek en laptop

Tas op de grond.

Geen eten of drinken.

socialiseren

Vandaag:

• Stil lezen
• Korte instructie
• ZW (zelfstandig werken)
• Evaluatie

Stil lezen

INSTRUCTIE

In periode 3 krijgen jullie 4 toetsen:

• Toets woordenschat van H1 t/m H4 #230
• Toets schrijfvaardigheid #231
• Toets spreekvaardigheid #232
• Toets Taalverzorging van H4 #233

INSTRUCTIE

We starten met woordenschat.

H1 t/m H3 hebben jullie in de voorgaande lessen al gemaakt.

Vandaag starten we met woordenschat Hoofdstuk 4 uit Nieuw Nederlands.

                               DOEL: Je leert over voorvoegsels.

                                     Wat zijn voorvoegsels?

INSTRUCTIE

Wat zijn voorvoegsels?

Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel:

Herkansen --> her + kansen

Her betekent opnieuw, dus opnieuw een kans! 

Een nieuwe kans. 

INSTRUCTIE

Een voorvoegsel kan je dus helpen met de betekenis van een woord vinden.  Voorbeelden van voorvoegsels zijn:

non- = niet, zonder

on- = niet

mis- = verkeerd, fout

wan- = slecht, verkeerd

her- = weer, opnieuw

ex- = niet meer, van vroeger

inter- = tussen (twee of meer gebieden)

INSTRUCTIE

We kijken samen naar het instructiefilmpje bij het hoofdstuk. 

Toepassing

Mijn broer moest vorig jaar opnieuw examen doen.

.....examen.

David en Jordy waren het niet eens met de beslissing.

....eens.

De vlucht van Moskou naar Hanoi is zonder stoppen. 

.....stop.

Toepassing

Dat is een vroegere leerling van onze school. 

Danny moest nablijven, omdat hij verkeerd gedrag liet zien.

Die opmerking van jou was helemaal verkeerd geplaatst. 

ZW

Nu jullie: opdracht 1 t/m 3 deze les af!

EVALUATIE

Wat ging goed?

Wat kon beter?

Hoe ver ben je gekomen?

HUISWERK

Hoofdstuk 4 van Nieuw Nederlands 

woordenschat moet donderdag

 helemaal af zijn.