This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 25 min
Items in this lesson
§2.7 Vulkaanuitbarstingen
Slide 1 - Slide
Leerdoelen 2.6:
Je begrijpt waarom er in het noordoosten van India zoveel neerslag valt.
Je weet wat gevolgen zijn van de grote hoeveelheden neerslag in India.
Je weet hoe inwoners van India zich aan overstromingen aanpassen.
Slide 2 - Slide
timer
5:00
Lezen paragraaf 2.7
Je kent het verschil tussen explosief en effusief vulkanisme.
Je kent de gevolgen van vulkaan uitbarstingen.
Je weet welke factoren de gevolgen van een vulkaanuitbarsting beïnvloeden.
Slide 3 - Slide
viscositeit
effusief vulkanisme
eruptie
gloedwolk
lahars
caldera
stollingsgesteente
basalt
puimsteen
Stollingsgesteente met veel ingesloten gasbelletjes dat door de hoge viscositeit van de lava zo licht is dat het kan drijven.
Hard stollingsgesteente dat ontstaat bij effusieve uitbarstingen, waarbij magma met een lage viscositeit uitstroomt.
Een gesteentesoort die ontstaat door afkoeling van vloeibare lava.
Enorme, komvormige krater die ontstaat doordat bij een grote eruptie de vulkaankegel is weggeblazen of in de magmakamer is gestort.
en gevaarlijke vulkanische modderstroom die in een razend tempo de vulkaanhelling afstroomt, bestaande uit as, gesmolten of gestolde lava, puin en grond vermengd met water.
Een enorm hete wolk van gassen, lavadruppels, as en puin die met hoge snelheid over de vulkaanhelling naar beneden raast en alles op zijn weg verbrandt, nadat de grote aswolk boven een vulkaan na een uitbarsting is ingestort.
Vulkaanuitbarsting.
Stroperigheid (van lava).
Vulkanische uitbarsting met zeer vloeibaar magma met weinig gas, dat rustig over een grote afstand uitstroomt voordat het stolt.