This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?
Slide 1 - Slide
5.4 Geld genoeg?
Ik kan 5 voorbeelden geven van inkomsten die de gemeente heeft.
Ik kan uitleggen wat de miljoenennota is.
Ik kan het verschil tussen indirecte en directe belastingen uitleggen aan de hand van een voorbeeld.
Slide 2 - Slide
Welke inkomsten heeft de overheid?
Slide 3 - Mind map
Welke soort belastingen ken je?
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Video
A
Er is sprake van een begrotingstekort
B
Er is sprake van een begrotingsevenwicht
C
Er is sprake van een begrotingsoverschot
Slide 6 - Quiz
Voorbeelden directe belastingen
Slide 7 - Mind map
Voorbeelden directe belastingen
Slide 8 - Mind map
5.4 Geld genoeg?
Soorten belastingen
Directe belastingen: Deze belastingen betaal je rechtstreeks aan de Nederlandse Belastingdienst. voorbeelden: loonbelasting, inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting
Indirecte belastingen: Deze belastingen betaal je aan een winkelier, die deze vervolgens doorstort aan de Nederlandse Belastingdienst. voorbeelden: BTWen accijnzen
Slide 9 - Slide
5.4 Geld genoeg?
Andere inkomsten
Premies sociale zekerheid
Gasbaten en boetes
Slide 10 - Slide
Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten
Slide 11 - Drag question
miljoennota?
Slide 12 - Mind map
Slide 13 - Video
Slide 14 - Slide
Nederland geeft het meeste geld uit aan...
A
Zorg
B
Sociale zekerheid
C
Onderwijs
D
Gemeentefonds
Slide 15 - Quiz
5.4 Geld genoeg?
Miljoenennota
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven (begroting)
Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
5.4 Geld genoeg?
Staatsschuld versus overheidsschuld
Wanneer het Rijk geld leent (bij een begrotingstekort), neemt de staatsschuld toe.