5.4 Geld genoeg?

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5 Hoe werkt de overheid?
5.4 Geld genoeg?

Slide 1 - Slide

Welke inkomsten heeft de overheid?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Welke soort belastingen ken je?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Video


A
Er is sprake van een begrotingstekort
B
Er is sprake van een begrotingsevenwicht
C
Er is sprake van een begrotingsoverschot

Slide 7 - Quiz


Miljoenennota
Overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven (begroting)
  • Meer inkomsten dan uitgaven -> begrotingsoverschot
  • Meer uitgaven dan inkomsten -> begrotingstekort

Slide 8 - Slide

Voorbeelden directe belastingen

Slide 9 - Mind map

Voorbeelden indirecte belastingen

Slide 10 - Mind map


Soorten belastingen

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide


Andere inkomsten
  • Premies sociale zekerheid
  • Gasbaten en boetes

Slide 13 - Slide

Directe belasting
Indirecte belasting
Andere inkomsten

Slide 14 - Drag question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Link


Staatsschuld versus overheidsschuld
  • Wanneer het Rijk geld leent (bij een begrotingstekort), neemt de staatsschuld toe.
  • Overheidsschuld:
      staatsschuld
      schulden provincies en gemeentes
      schulden sociale verzekeringsinstellingen (UWV, SVB,...)

Slide 18 - Slide

De miljoennota is een verzameling van de begrotingen van alle ministeries.
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Wanneer wordt de miljoennota gepresenteerd?
A
Eerste dinsdag van september
B
Tweede dinsdag van september
C
Derde dinsdag van september
D
Vierde dinsdag van september

Slide 20 - Quiz

Wanneer begint het begrotingsjaar van de regering?
A
1 januari
B
1 augustus
C
3e dinsdag in december
D
1 maart

Slide 21 - Quiz

voorbeelden inkomsten gemeente

Slide 22 - Mind map


Inkomsten gemeente
  • Gemeentefonds (geld van het Rijk)
  • Onroerende zaakbelasting OZB (op basis van WOZ-waarde woning)
  • Andere inkomsten 

Slide 24 - Slide

5.4 Geld genoeg?

  • Ik kan 5 voorbeelden geven van inkomsten die de gemeente heeft.
  • Ik kan uitleggen wat de miljoenennota is.
  • Ik kan het verschil tussen indirecte en directe belastingen uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Slide 25 - Slide