This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoe was jullie kerstvakantie?
Slide 2 - Poll
Wat is het leukste wat je hebt gedaan?
Slide 3 - Mind map
Let's get down to business
Slide 4 - Slide
Vandaag
- Maak een foto van de muurkrant en upload deze voor woensdagnacht op Magister (opdrachten)
- Fysiek ben ik niet aanwezig, maar gelukkig is er de klassenstudent!
- Beginnen met hoofdstuk 3 WOORDRAADSTRATEGIE (blz. 88)
Slide 5 - Slide
Woordenschat H3
Je leert de betekenis van een onbekend woord raden met behulp van een voorbeeld.
Je leert de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf.
Slide 6 - Slide
Startopdracht
Lees tekst 1
Slide 7 - Slide
Wat is een metropool?
A
Een grote stad
B
Een stad met veel metro's
C
Een muziekgebouw
D
Een orkest
Slide 8 - Quiz
Startopdracht
Lees tekst 1 nog een keer
Slide 9 - Slide
Wat is een evenement?
A
braderie
B
festivals
C
volksfeest
D
concert
Slide 10 - Quiz
Zoek een voorbeeld
In Woordenschat H1 en H2 heb je geleerd dat je de betekenis van moeilijke woorden soms in de tekst kunt vinden door een synoniem, omschrijving of definitie te zoeken. Soms wordt de betekenis van een woord uitgelegd door het geven van voorbeelden.
Zo'n voorbeeld zie je vaak:
na een signaalwoord (zoals bijvoorbeeld, zoals, denk aan..)
na een dubbele punt (Je kunt er van alles kopen: ondergoed, slingers, sokken, kerstverlichting enz)
voorafgaand aan een moeilijk woord of begrip. (Tokio, Londen en New York zijn metropolen waar ...)
Slide 11 - Slide
Maken:
Opdracht 1
Klaar? Opdracht 2 t/m 6
Slide 12 - Slide
Antwoorden opdracht 1 - vraag 3
1 ongemanierdheid: onfatsoenlijkheid
2 romans: verzonnen verhalen
3 deugden: goede eigenschappen
4 gulzig: veel en snel etend
5 onbeschaafd: ongemanierd
6 tafelschikking: plaatsing van personen tijdens een maaltijd
7 hiërarchisch: volgens een rangorde
8 bestek: eetgerei
9 gerechten: delen van een maaltijd; spijzen
10 hygiënisch: schoon; bevorderlijk voor de gezondheid