This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Leertaak 19 Oncologie
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
theorie oncologie aan praktijk koppelen
inzoomen op triage oncologie
bespreken en nabespreken
Slide 2 - Slide
Wat kunnen jullie na deze les?
- het verschil uitleggen tussen primaire- en secundaire preventie van kanker
- de signalen voor verdachte moedervlekken opnoemen
- op de juiste manier triageren bij algemene signalen van kanker
Slide 3 - Slide
Wat betekent het begrip "primaire preventie" door de da?
Slide 4 - Open question
Hoe kun je als da bijdragen aan primaire preventie?
Slide 5 - Mind map
Hoe noem je de preventie, waaronder wordt verstaan: het signaleren van de "zeven tekenen van gevaar"
Slide 6 - Open question
Noem de meest voorkomende signalen voor kanker die je bij de triage kunt tegenkomen (the signs of danger)
Slide 7 - Mind map
De telefoon gaat; een patiënt die wordt behandeld voor kanker heeft de volgende klachten: een pijnlijke, geïrriteerde huid met schilfering en roodheid. Met welke behandeling is deze patiënt waarschijnlijk bezig?
Slide 8 - Open question
Wat is het algemene doel van palliatieve zorg bij kanker
A
om het lijden te verlichten
B
om de familie te ondersteunen
C
om sneller te herstellen
D
om pijnstilling te geven
Slide 9 - Quiz
Welke pijnstiller (een opiaat) wordt vaak voorgeschreven bij ernstige pijn bij kanker
A
Ibuprofen
B
Diclofenac
C
Morfine
D
Naproxen
Slide 10 - Quiz
De telefoon gaat: mevrouw de Boer heeft 4 jaar geleden borstkanker gehad en nu voelt ze een hard knobbeltje in haar borst, kan dat kwaad?
A
Je adviseert om het een paar weken aan te zien.
B
Je maakt een afspraak op het spreekuur voor dezelfde dag
C
Je verwijst haar naar thuisarts.nl
D
Je overlegt eerst met de huisarts of het gezien moet worden.
Slide 11 - Quiz
Er belt een patiënt met vragen over een moedervlek. In welke gevallen moet het beoordeeld worden door de huisarts?
Slide 12 - Mind map
Een patiënt van 24 jaar vraagt vanaf welke leeftijd ze in aanmerking komt voor een uitstrijkje (BVO). Ze heeft geen klachten
A
vanaf 25 tot 50 jaar
B
vanaf 35 jaar tot 65 jaar
C
vanaf 30 tot 60 jaar
D
mag ze zelf bepalen
Slide 13 - Quiz
Een patiënt belt met de vraag of het maken van een mammografie pijnlijk is. Wat zeg je?
A
Het kan pijnlijk zijn. Je wijst wel op het belang van het onderzoek
B
Het is erg pijnlijk maar je moet er wat voor over hebben
C
Je voelt er niks van, er worden alleen foto's gemaakt
D
Je verwijst haar naar de website van BVO Noord
Slide 14 - Quiz
Tijdens jouw wrattenspreekuur vraagt de patiënt of de kans groot is dat een onbehandelde wrat kwaadaardig wordt.
A
Nee, die kans is uitgesloten
B
ja, dat gebeurt regelmatig
C
ja, die kans is groot
D
nee, die kans is niet groot
Slide 15 - Quiz
Een patiënt belt voor de uitslag van een moedervlek die opgestuurd is. Je ziet in de computer staan dat het om een Melanoom gaat. Wat doe je?
A
je geeft de uitslag door en zegt dat de patiënt bij vragen mag bellen
B
Je zegt dat de huisarts over de uitslag belt
C
je zegt dat de uitslag niet goed is en zegt dat de huisarts terugbelt
D
Je geeft de uitslag door en je geeft uitleg over wat een Melanoom is
Slide 16 - Quiz
Kenmerken Melanoom
Slide 17 - Slide
Een patiënt (zware roker van 55) belt op: ruim 5 weken heesheid. Veel zelfzorgmiddelen geprobeerd, niks helpt. HV: graag een recept tegen heesheid
A
Advies; eerst stoppen met roken, dan op het su komen
B
Afspraak maken op het su
C
Overleggen met huisarts welk medicijn meneer krijgt