herhaling mask kader

gezamenlijke doelstellingen en hoofdlijnen van beleid van het (toekomstige) kabinet voor de komende vier jaar.
Je mag gekozen worden voor een democratisch orgaan. 
de bovenste kandidaat van de kieslijst, die het ‘gezicht’ is van de politieke partij. 
besprekingen die moeten leiden tot de vorming van een kabinet
Passief Kiesrecht
Regeerakkoord
Kabinets-
formatie
Lijsttrekker
1 / 14
next
Slide 1: Drag question
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

gezamenlijke doelstellingen en hoofdlijnen van beleid van het (toekomstige) kabinet voor de komende vier jaar.
Je mag gekozen worden voor een democratisch orgaan. 
de bovenste kandidaat van de kieslijst, die het ‘gezicht’ is van de politieke partij. 
besprekingen die moeten leiden tot de vorming van een kabinet
Passief Kiesrecht
Regeerakkoord
Kabinets-
formatie
Lijsttrekker

Slide 1 - Drag question

waar
niet waar
De Tweede Kamer mag een wetsvoorstel wijzigen.
De Tweede Kamer controleert de ministers.
De Tweede Kamer voert de wetten uit.
De minister hoeft de Tweede Kamer niet op de hoogte te houden.
De Tweede Kamer maakt wetten.
Als de minister zijn werk niet goed doet, mag hij worden weggestuurd door de Tweede Kamer.

Slide 2 - Drag question

Zet de stappen in de goede volgorde.
De nieuwe wet wordt uitgevoerd.
De minister bedenkt een oplossing voor een maatschappelijk probleem.
De Tweede Kamer stemt over de nieuwe wet.
Er is een maatschappelijk probleem.
De Eerste Kamer stemt over de nieuwe wet.

Slide 3 - Drag question

Eerste Kamer 

Tweede Kamer

Direct gekozen door de bevolking.
Indirect gekozen door de Provinciale Staten.
Kijken of er fouten staan in de wet en erover stemmen. 
Wetten bedenken, veranderen en stemmen. 

Slide 4 - Drag question

Politieke Partijen
Geen politieke partij
GroenLinks
CBS
BKR
EU
VVD
PVDA

Slide 5 - Drag question

Directe democratie
Indirecte democratie
Referendum
Nederland is een...
Stemmen op een partij
Er is een volksvertegenwoordiging
Je gaat naar de stembus om over een wet te stemmen 

Slide 6 - Drag question

Wat staat er in de grondwet?
A
De belangrijkste waarden en normen
B
De belangrijkste verkeerswetten
C
Alle wetten en regels van het land
D
Grondrechten

Slide 7 - Quiz

Wie maakt de wet in Nederland?
A
Koning
B
Ministers
C
Parlement
D
Ministers, staatssecretarissen en parlement

Slide 8 - Quiz

POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS

gelijkwaardigheid
Actieve overheid
Passieve overheid
Vrijheid

Slide 9 - Drag question

Wetsvoorstel indienen.
Tweede Kamer stemt
Eerste Kamer stemt
Wet wordt aangenomen.
Koning en  Minister tekenen.
Wet komt in Staatscourant.

Slide 10 - Drag question

Wie bepaalt wie er in de gemeenteraad zit?
A
de gemeente zelf
B
de politie
C
de burgemeester
D
inwoners van een gemeente

Slide 11 - Quiz

De wethouders worden gecontroleerd door de gemeenteraad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz

De voorzitter van de gemeenteraad is?
A
Burgemeester
B
Commissaris van de Koning
C
Wethouders
D
Minister-president

Slide 13 - Quiz

Wat is een pressiegroep?
A
Laks (Landelijk Aktie Komitee scholieren)
B
Forum voor democratie
C
De eindexamen klassen
D
Partij voor de dieren

Slide 14 - Quiz