Klinisch redeneren MBO 3

Klinisch redeneren
Extra herhaling

Paige Ouwens 

1 / 23
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Klinisch redeneren
Extra herhaling

Paige Ouwens 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Waarom deze methode?
Door actief keuze te maken uit aandachtsgebieden --> casus in meerdere wegen laten zien --> voorkomen tunnelvisie 

Beargumenteren van keuzen --> kennis ontwikkelen en koppelen aan praktijk    

Slide 3 - Slide

Wat is klinisch redeneren?
  1. Inschattingsvermogen als zorgverlener
  2. Bepalen wat er moet gebeuren 
  3. Hoe meer je weet --> hoe meer je kan bedenken wat patiënt nodig heeft 
  4. Risico's vroegtijdig opsporen 

Slide 4 - Slide

Klinisch redeneren is een proces waarbij we op elk moment actief nadenken over de problemen en oplossingen van een zorgvrager en zijn omgeving die betrekking hebben op ziekte en gezondheid.

Slide 5 - Slide

Interventies
Vanuit het klinisch redeneren zet je interventies in

Voorbeeld: 
Je geeft aan meneer Krabbendam diclofenac, omdat hij pijn heeft na zijn heupoperatie. Na enkele uren heeft meneer Krabbendam last van zijn maag en pijn achter zijn borstbeen. Je overlegt met de arts of het zinvol is om omeprazol (een zuurremmend medicijn) aan meneer Krabbendam te geven.


Slide 6 - Slide

Welke fouten kun je maken tijdens klinisch redeneren?

Slide 7 - Open question

Fouten klinisch redeneren
Verankering: de neiging om je al vroeg vast te klampen aan bepaalde vastgeroeste denkbeelden
Vooringenomenheid: wanneer een bepaalde aanname gevormd wordt door vooroordelen
Zoeken naar bevestiging: de neiging om alleen naar informatie te zoeken die jouw eigen idee ondersteunt.
Focus op één aandoening: wanneer je ervan overtuigd bent dat de zorgvrager een bepaalde aandoening heeft. 
Denken dat de zorgvrager de klachten verzint: dit komt vaak voor bij zorgvragers die veel klagen en bij wie niet vaak iets lichamelijks wordt gevonden.
Zelfoverschatting: je vertrouwt te veel op je eigen mening in plaats van op andere informatie.
Vroegtijdig stoppen: je gaat ervan uit dat je achter de waarheid bent gekomen.

Slide 8 - Slide

Classificatie systemen

Slide 9 - Mind map

Classificatie systemen bij KR

NANDA 
NIC/NOC
PES

Slide 10 - Slide

OMAHA system
  1. Verzamel en onderzoek gegevens.
  2. Stel het aandachtsgebied vast.
  3. Meet de stand van zaken per gebied (aanvang zorg).
  4. Plan en voer de actie uit.
  5. Meet de stand van zaken tussentijds/bij einde zorg.
  6. Evalueer op elk gebied.

Slide 11 - Slide

Redeneerhulpen

Slide 12 - Open question

Redeneer hulpen
SBAR
ABCDE
EWS
EMV
SIRS
AVPU

Slide 13 - Slide

Aandachtsgebieden
  1. het verkrijgen van een eerste snelle indruk;
  2. gegevens overdragen;
  3. de orgaansystemen;
  4. klinisch beleid;
  5. ethiek;
  6. psychosociale problematiek;
  7. hypothesevorming.

Slide 14 - Slide

Meneer De Zwart is 67 jaar en ligt op bed. Je wordt bij hem geroepen omdat hij ineens hoofdpijn kreeg en bijna flauwviel toen hij probeerde op te staan. 

Slide 15 - Slide

Wat doe je in het geval van de casus?
A
Niks, hij ligt rustig in bed
B
De arts bellen en d.m.v. SBAR overdragen
C
Ik geef hem paracetamol tegen de hoofdpijn
D
Ik probeer hem gerust te stellen en ga daarna verder met mijn werkzaamheden

Slide 16 - Quiz

Buikpijn is een ingangsklacht waarbij veel verschillende oorzaken een rol kunnen spelen. Op basis van de vragen die je stelt, kun je een idee krijgen van welke oorzaken waarschijnlijk zijn en welke minder waarschijnlijk.

Slide 17 - Slide

Welke vragen stel je aan de zorgvrager?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Slide

Je bent betrokken bij de behandeling van Celine Harteveld, 16 jaar. Zij komt uit een strenggelovig gezin. Celine lijdt aan een ernstige vorm van bloedarmoede en heeft bloedtransfusies nodig om te overleven. Volgens de geloofsovertuiging van haar ouders mag ze echter geen bloedproducten toegediend krijgen. Celine weet zelf niet zeker of zij dit wel of niet wil. De artsen overwegen om Celine ’s nachts toch bloed te geven, zonder dat de ouders het weten

Slide 20 - Slide

Ethiek en klinisch redeneren
Niet te leren
Eigen morele kompas 

Behandelcodes (bijvoorbeeld een niet-reanimerencode)
Behandelprotocollen (bijvoorbeeld een orgaandonatieprotocol)

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Vragen???
Next time....

Klinisch redeneren zenuwstelsel & immuunsysteem 

Slide 23 - Slide