Blok 4, week 1, les 3*

Blok 3 - Week 4 - Les 3
Dictee
Herhaling: woordsoorten en zinsdelen
Werkboekje blz. 50

1 / 21
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Blok 3 - Week 4 - Les 3
Dictee
Herhaling: woordsoorten en zinsdelen
Werkboekje blz. 50

Slide 1 - Slide

Dictee

Slide 2 - Open question

Dictee

Slide 3 - Open question

Dictee

Slide 4 - Open question

Dictee

Slide 5 - Open question

Dictee

Slide 6 - Open question

Dictee

Slide 7 - Open question

Chris roept: 'Paul er is voor de tweede keer een gigantische orkaan over australië Nieuw-zeeland en Indonesië geraasd
A
Paul
B
gigantische
C
Australië
D
Indonesië

Slide 8 - Quiz

Chris roept: 'Paul er is voor de tweede keer een gigantische orkaan over australië Nieuw-zeeland en Indonesië geraasd
A
gigantische
B
Australië
C
Zeeland
D
geraasd

Slide 9 - Quiz

Ik heb gehoord dat er veel schade is, omdat er bomen op de houten huizen zijn gevallen.
A
dat
B
omdat
C
op
D
houten

Slide 10 - Quiz

Ik heb gehoord dat er veel schade is, omdat er bomen op de houten huizen zijn gevallen.
A
dat
B
omdat
C
op
D
houten

Slide 11 - Quiz

Ik heb gehoord dat er veel schade is, omdat er bomen op de houten huizen zijn gevallen.
A
dat
B
omdat
C
op
D
houten

Slide 12 - Quiz

Christ vraagt wonen jouw twee grootouders niet daar
A
.
B
!
C
?

Slide 13 - Quiz

Christ vraagt wonen jouw twee grootouders niet daar
A
wonen ... grootouders
B
wonen ... daar

Slide 14 - Quiz

Christ vraagt wonen jouw twee grootouders niet daar
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Quiz

Bepaling van tijd.
Wanneer + pv + ond (+lijdend voorwerp)?
Het geeft aan wanneer het gebeurd.

Slide 16 - Slide

De laatste decennia eisen orkanen een hoge tol in Bangladesh.
A
een hoge tol
B
in Bangladesh
C
De laatste decennia

Slide 17 - Quiz

Gelukkig ziet men orkanen tegenwoordig al vroeg aankomen.
A
al vroeg
B
tegenwoordig
C
orkanen
D
aankomen

Slide 18 - Quiz

De meeste orkanen ontstaan in het orkaanseizoen.
A
De meeste orkanen
B
ontstaan
C
in het orkaanseizoen.
D
aankomen

Slide 19 - Quiz

Dat seizoen begint in de buurt van Australië in juni.
A
Dat seizoen
B
begint
C
in de buurt
D
in juni

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Link