SS Theme 3 4gt het gebruik van used to /one of ones en voc A

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 4

Used to kun je vertalen als 'vroeger' of altijd toen we...

Je gebruikt used to + het hele werkwoord om te

zeggen:

• dat iets in het verleden regelmatig gebeurde

(een gewoonte was), maar nu niet meer

• dat iets in het verleden zo was, maar nu niet

meer zo is

In het Nederlands zeggen we ‘vroeger (altijd)’.

                              Theme 3 grammar 8

Maak een korte zin met 'used to'

Voorbeeldzinnen

Dus je gebruikt used to + het HELE werkwoord

I used to be friends with her

We used to go to Spain when we were kids

They used to love going to the movies

Welke is juist?

1. She use to visit her grandmother after school
2. She went to visit her grandmother
3. She used to visit her grandmother

Wanneer gebruik je used to?

                                  Herhaling Uitleg

Je gebruikt used to + het hele werkwoord om te

zeggen:

• dat iets in het verleden regelmatig gebeurde

(een gewoonte was), maar nu niet meer

• dat iets in het verleden zo was, maar nu niet

meer zo is

In het Nederlands zeggen we ‘vroeger' (altijd)

Tekst

one of ones

 Je gebruikt one (enkelvoud) of ones (meervoud)

wanneer je een zelfstandig naamwoord

verderop in een zin wilt herhalen.

vb. A second-hand car is much cheaper than a  new one ( het gaat over 1 auto enkelvoud)

Do you prefer the black shoes or the red ones? (de schoenen zijn meervoud)

                                 Theme 3 Grammar 9

Vul in: one of ones

A second-hand car is much cheaper than a new .......

Vul in: one of ones

A second-hand car is much cheaper than a new .......

Vul in: one of ones

A second-hand car is much cheaper than a new .......

one of ones
This pizza tastes better than that .....

People have big problems and small ........

I like a lot of films, but that ....... is my favourite!

Do you like these muffins? I prefer those .........

Wanneer gebruik je one of ones?

Je gebruikt one (enkelvoud) of ones (meervoud)

om een zelfstandig naamwoord te vervangen:

• na een bijvoeglijk naamwoord

• na which

• na this, that, these en those

                              Herhaling grammar 9

Welke is juist?

1. She likes this ones
2. She likes these ones

1. Are they the one that have two brothers?
2. Are they the ones that have two brothers?

1. Those girls are the one that I like
2. Those girls are the ones that I like

girls is meervoud dus gebruik je ones, ook na those gebruik je ones want dat is ook meervoud

1. Look at those jeans. Which one do you like?
2. Look at those jeans. Which ones do you like?

jeans is meervoud, een jeans heeft namelijk twee pijpen en daarom is dat altijd meervoud en ook hier staat those in de zin

Welke is juist?
Which class do you like best?

1. The English one of the Dutch one?
2. The English ones of the Dutch ones?

Na which ( welke = enkelvoud) gebruik je one

Theme 3 voc. A
Vertaal het woordje appealing

aantrekkelijk, aansprekend

Vertaal
tak, vestiging

branch

The English branch of KLM isn't doing well

Watch out! That branch is going to fall!

vertegenwoordigen

represent

Are you going to represent us at th meeting?

aan de ene kant....

on the other hand....

He is bad at maths, on the other hand, he is a genius at Science

Welke vertaling klopt?
rapidly

1. snel
2. urgent, dringend
3. langzaam

vertaal urgently

1. snel
2. dringend
3. langzaam