Nieuwsbegrip week 16

Strategie 

Vragen stellen



1 / 16
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Strategie 

Vragen stellen



Slide 1 - Slide

Wat betekent het woord:
religieus

Slide 2 - Open question

Wat betekent het woord:
het element
A
bestanddeel
B
vergeetachtig
C
een munt
D
netjes

Slide 3 - Quiz

trouweloos handelen tegen iemand
verboden erover te spreken
nemen
hetgeen je gebruikt
sinds lang
nuttigen
verraden
van oudsher
het taboe
het gebruik

Slide 4 - Drag question

Wat betekent:
ergens op aandringen
A
ergens naar binnen gaan
B
steeds opnieuw erom vragen
C
duwen en trekken

Slide 5 - Quiz

Wat betekent het woord:
de vruchtbaarheid
A
verschillende vruchten
B
of een vrucht rijp wordt
C
fruit telen
D
het vermogen om kinderen te krijgen

Slide 6 - Quiz

van een ongodsdienstig mens
onderling verbonden
koppelen 
verwonderd kijken naar
afkomst
associëren
heidens
van origine
verwant zijn aan
zich vergapen aan

Slide 7 - Drag question

Wat betekent:
er de brui aan geven
A
een regenbui krijgen
B
een cadeau geven
C
ermee ophouden

Slide 8 - Quiz

Wat betekent het woord:
verantwoord
A
een voorwoord schrijven
B
veranderende woorden
C
zonder overdreven risico's te doen

Slide 9 - Quiz

met zorg wegen
kunstmatig verkregen stof
niet voorbij laten gaan.
synthetisch
afwegen
iets in ere houden

Slide 10 - Drag question

Waar gaat de tekst over?

Slide 11 - Open question

Wat zie je?

Slide 12 - Slide

Wereldreis met een
elektrische auto

Slide 13 - Mind map

Niveau B:
Maken opdracht 1 met hulp, 2, 3 en 4








Opdracht 1:
vragen stellen --> vraagwoord (wie/wat/waar/wanneer/hoe
) + antwoord vraag moet in de tekst staan.

Opdracht 2:
mindmap maken

Slide 14 - Slide

 Mindmap

Slide 15 - Slide

Niveau C:
Maken opdracht 1 met hulp, 2 en 3








Opdracht 1:
vragen stellen --> vraagwoord (wie/wat/waar/wanneer/hoe
) + antwoord vraag moet in de tekst staan.

Opdracht 2:
schrijfkader invullen.

Slide 16 - Slide