Woorden
Mijn woorden zitten soms zo klein
ineengedoken naast elkaar
dat ik niet weet wat ik met ze moet doen.
Zoeken ze troost, een stille plek, zijn ze geschrokken
van zichzelf of van elkaar?
Ik strijk ze door hun haar, vertel dat er niets is,
dat ze gerust naar buiten mogen komen.
Niets helpt, ze zwijgen maar.
Maar nu ik me alleen voel
en verlaten,
beginnen zij ineens te praten.
(Johanna Kruit)