Schrijfopdracht

1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
timer
2:30

Slide 2 - Slide

SCHRIJVEN

Slide 3 - Slide

Welkom!
We gaan starten met de schrijfopdracht. Je gaat schrijven over de meivakantie.
Wat heb je allemaal gedaan? Je kunt denken aan de kermis, bevrijdingsdag, dodenherdenking of misschien ben je wel op vakantie geweest.

Slide 4 - Slide

Herhaling schrijfregels
* Gebruik hoofdletters en leestekens (.!?)
* Schrijf in elke zin een persoonsvorm
* Denk aan het publiek (je schrijft voor klasgenoten)
* Maak korte zinnen
* Gebruik je eigen woorden
* Schrijf een inleiding, middenstuk en slot

Slide 5 - Slide

Hoofdletters gebruik je...
A
Echt nooit!!
B
Bij elk nieuw woord.
C
Als een zin begint.
D
Bij de eerste letter van een zin en namen.

Slide 6 - Quiz

De persoonsvorm is het werkwoord ...
A
... dat verandert als je de tijd verandert
B
...dat vooraan komt te staan in een vraagzin
C
... dat verandert als je enkelvoud/meervoud verandert

Slide 7 - Quiz

"Alle kinderen vinden de persoonsvorm in deze zin."
De persoonsvorm is:
A
kinderen
B
vinden
C
persoonsvorm
D
deze

Slide 8 - Quiz

Hoe is een goede tekst opgebouwd?
A
Inleiding en middenstuk
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Middenstuk en slot
D
Inleiding en slot

Slide 9 - Quiz

In de inleiding schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 10 - Quiz

In het middenstuk schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 11 - Quiz

In het slot schrijf je
A
waar de tekst over gaat
B
meer over het onderwerp
C
een duidelijk einde aan de tekst
D
de titel

Slide 12 - Quiz

De meeste alinea's vind je meestal in
A
de inleiding
B
het middenstuk
C
het slot
D
de titel

Slide 13 - Quiz

Voorbereiding
Je hebt nu een onderwerp voor een artikel en je weet waar je op moet letten bij het schrijven.

Geef antwoord op de volgende slides om nog beter voorbereid aan het schrijven te kunnen beginnen.

Slide 14 - Slide

Waarom vind je het onderwerp dat je hebt gekozen interessant?

Slide 15 - Open question

Wat weet je al over jouw onderwerp?

Slide 16 - Mind map

Slide 17 - Slide

Bedenk voor je eigen tekst de 5W+1H-vragen.

Slide 18 - Open question

Geef nu zelf antwoord op de 5W+1H-vragen.

Slide 19 - Open question

Over welke belangrijke woorden die je hiervoor genoemd hebt, wil je een alinea schrijven? Noem er minstens 3. Dit zijn je deelonderwerpen.

Slide 20 - Open question

Je kunt aan de slag!
  1. Maak je artikel in Word (Arial 12)
  2. Schrijf de inleiding
  3. Schrijf het middenstuk (minstens 3 alinea's)
  4. Schrijf het slot
  5. Zet er een titel boven

Slide 21 - Slide

Tot slot:
* Controleer spelling, hoofdletters en leestekens
* De tekst is minimaal een half, maximaal 1 A4-tje

* Stuur het artikel via berichten 
   Magister vrijdag 12 mei
 Let op: We werken er alleen in de les aan..

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide