wonen en huishouden ondersteunen bij schoonmaak 2.3-2.5

Leg aan elkaar uit wat het is
  • motivatietekort
  • werkplan
  • hygiënisch werken
  • ergonomisch werken
1 / 37
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Leg aan elkaar uit wat het is
  • motivatietekort
  • werkplan
  • hygiënisch werken
  • ergonomisch werken

Slide 1 - Slide

Voeding en wonen
Zorgpad: ondersteunen bij wonen
hoofdstuk 2: ondersteunen bij de schoonmaak
Vandaag 2.3 tot en met 2.5

leerdoel: 
Ik ben op de hoogte van schoonmaakmethoden, -middelen en materialen

Slide 2 - Slide

lesinhoud
2.3: methoden, middelen en materialen
stappenplan
dagelijks en wekelijks onderhoud
casus
onderhoud ziekenkamer
2.5: onderhoud meubilair en gebruiksvoorwerpen

Slide 3 - Slide

Waar denk je aan bij schoonmaken?

Slide 4 - Mind map

Wat zou je kunnen bedenken als schoonmaakactiviteiten die jij op jou toekomstige stage zal moeten uitvoeren.

Slide 5 - Open question

2.3 methoden, middelen en materialen
schoonmaakmethode= de manier waarop je iets schoonmaakt
schoonmaakmiddel= het middel waarmee je iets schoonmaakt
schoonmaakmateriaal= het materiaal waarmee je iets schoonmaakt
schoonmaakapparatuur= de apparatuur waarmee je iets schoonmaakt

Slide 6 - Slide

een schoonmaakdoekje is een voorbeeld van
A
schoonmaakmethode
B
schoonmaakmiddel
C
schoonmaakmateriaal
D
schoonmaakapparatuur

Slide 7 - Quiz

Werkvolgorde
droog > nat
schoon> vuil
boven> beneden

Slide 8 - Slide

losliggend vuil

Slide 9 - Slide

licht gehecht vuil

Slide 10 - Slide

sterk gehecht vuil

Slide 11 - Slide

3 manieren om schoon te maken
  1. droog: bij losliggend vuil. vegen, stof wissen, stofzuigen, ragen, stoffen
  2. klamvochtig: bij licht gehecht vuil. afnemen, dweilen
  3. nat: bij sterk gehecht vuil. moppen, schrobben, shamponeren

Slide 12 - Slide

welk vuil, hoe schoonmaken

Slide 13 - Slide

soorten schoonmaakmiddelen
reinigingsmiddelen; allesreiniger, schuurmiddel, spiritus, zeep, soda, azijn
onderhoudsmiddelen; beschermen materialen zoals meubelwas en ledervet
desinfectiemiddelen; doden micro-organismen

Slide 14 - Slide

Schoonmaakmateriaal
= werkmateriaal
om veilig en goed te kunnen werken

klein materiaal: borstels, microvezeldoek, huishouddoek, stoffer en blik, huishoudtrap, dweil, spons en zeem, trekker, wisser

reinigingsapparatuur: elektrische apparaten zoals de stofzuiger

Slide 15 - Slide

schoonmaakmaterialen

Slide 16 - Slide

Onderhoud werkmateriaal
liefst materiaal ophangen
nat materiaal: uitspoelen, laten drogen
wassen van materiaal op 95 graden

maken opdracht "test je kennis" zorgpad 2.3

Slide 17 - Slide

Stappenplan
= de stappen voor het juist uitvoeren van de vaardigheid
algemene voorbereiding (dossier, privacy, voorschriften, observeren)
informeer de zorgvrager
zet alles klaar
bereid voor
voer uit
nazorg

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

stappenplan
in zorgpad staan een aantal stappenplannen:
vloer dweilen
ramen zemen
stofzuigen
stof wissen en afstoffen

Slide 20 - Slide

Onderhoud
Hoe vaak er schoongemaakt en opgeruimd wordt.

intensiteit: hoe vaak wordt de ruimte gebruikt?
samenstelling: door wie wordt de ruimte gebruikt?
hygiënische eisen

ook: houd rekening met de zorgvrager

Slide 21 - Slide

Casus
Een cliënt zegt dat je de zolder moet opruimen en schoonmaken. Dit hoort niet bij jouw werkzaamheden. 
wat doe jij?

bespreek in tweetallen

Slide 22 - Slide

casus: wat doe jij als het niet bij je taak hoort?

Slide 23 - Open question

Dagelijks  of wekelijks onderhoud
schoonmaken en opruimen:
sanitaire ruimte
keuken
woonkamer
slaapkamer 

hoe vaak en wat?

Slide 24 - Slide

ziekenkamer, waar let je op?

Slide 25 - Slide

als iemand ziek is, waar let je dan op bij schoonmaken en opruimen?

Slide 26 - Mind map

ziekenkamer
besmettingsgevaar is groter
vuil wasgoed en servies meteen opruimen
spullen binnen handbereik voor client
frisse lucht
let op sfeer, gezelligheid, gastvrijheid
schoon bed

Slide 27 - Slide

schoonmaak en onderhoud instellingen
woonruimte client: probeer je in te leven in de client, hoe zou jij het vinden als je afhankelijk bent?
stimuleer zelfredzaamheid
betrek de client bij de zorg

gemeenschappelijke ruimtes: wat is jouw rol m.b.t. schoonmaken en opruimen?

Slide 28 - Slide

2.5 onderhoud van meubilair en gebruiksvoorwerpen
Welk schoonmaakmiddel of - materiaal gebruikt hangt af van het materiaal (hout, riet, metaal, kunststof, leder, stof, steen, glas)
koelkast of vriezer : elke 3 maanden schoonmaken en controleer produkten op houdbaarheid.

zie zorgpad 2.5 maak opdracht "test je kennis"

Slide 29 - Slide

Huiswerk en volgende keer
huiswerk: lezen en maken 2.3 tot en met 2.5

volgende keer: hoofdstuk 2 afronden: desinfecteren en herhalen

Slide 30 - Slide

microvezeldoekje is een voorbeeld van :
A
schoonmaakmethode
B
schoonmaakmiddel
C
schoonmaakmateriaal
D
schoonmaakapparatuur

Slide 31 - Quiz

zeep is een voorbeeld van
reinigingsmiddel
onderhoudsmiddel
desinfectiemiddel

Slide 32 - Poll

noem voorbeelden van werkmateriaal (waar maak je mee schoon?)

Slide 33 - Open question

het toilet maak je hoe vaak schoon?
A
elke dag
B
2x per dag
C
elke week
D
elke maand

Slide 34 - Quiz

waarom is het belangrijk dat de ruimte van iemand die ziek is schoon en opgeruimd is?

Slide 35 - Mind map

Hoe vaak moet de koelkast of vriezer schoongemaakt worden?

Slide 36 - Open question

Hoe heb ik lesgegeven?
😒🙁😐🙂😃

Slide 37 - Poll