herhalingsopdracht vocabulaire/presentatie

1 / 18
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

la tâche de début
Vertaal de onderstaande planning van vandaag naar het Nederlands. 
Je mag in tweetallen overleggen. 
Traduisez le planning d'aujourd'hui:
Aujourd'hui nous avons des horaires de quarante minutes. 

Nous commençons avec la tâche de début. Ensuite, vous allez faire un lessonup, dans lequel il y a des questions sur le vocabulaire, les présentations et compréhension orale.
timer
2:00

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui

Programme:
  • La tâche de début
  • Herhaling vocabulaire/phrases-clés & luistervaardigheid (Lessonup)
  • Planning presentaties

Slide 4 - Slide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 5 - Slide

Inhoud/Doel lessonup:
Wat weet je over:
  • De vocabulaire (F-N) (vocabulaire toets 3x)
  • Het begrijpen van phrases-clés (zinnen presentatie)
  • Het maken van eigen output voor presentatie
  • Luistervaardigheid oefenen


Tip: Pak je schrift/een blaadje om handige zinnen/vocabulaire over te nemen uit de presentatie

Slide 6 - Slide

Combineer het juiste antwoord met de vragen
Comment tu t'appelles?
Tu habites où?
Quellle est ta matière préférée?
Quand est ton anniversaire?
Tu as quel âge?
Je m'appelle.....
J'habite à ....
ma matière préférée est ......
Mon anniversaire est le dix février.
J'ai .....ans

Slide 7 - Drag question

Hoe zeg je wanneer je jarig bent
Ik ben geboren op 8 oktober, 2010
Ik ben jarig op 30 juni, 2008
Ik ben geboren op 10 februari, 1998
Mijn verjaardag is op 20 november, 2009
Mon anniversaire est le trente de juin, deux mille huit 
Mon anniversaire est le vingt de novembre, deux mille neuf
Je suis né le huit d'octobre, deux mille dix
Je suis née le dix de février, mille neuf cent quatre vingt dix huit

Slide 8 - Drag question

Hoe zeg je wanneer je jarig bent in het Frans?

Slide 9 - Open question

Traduisez:
Mijn lievelingsvak is (eigen keus)

Slide 10 - Open question

Traduisez:
Mon sport préféré est de la natation
A
Mijn lievelingssport is paardrijden
B
Mijn lievelingssport is schaken
C
Mijn lievelingssport is zwemmen
D
Mijn lievelingssport is wielrennen

Slide 11 - Quiz

faire du foot
faire du vélo
faire du patinage
faire du tennis
faire de la console
faire du skateboard

faire du shopping

jouer aux échecs

faire du basket

Slide 12 - Drag question

Répondez à la question:
Qu'est-ce que tu aimes faire avec ton ami(e)?

Slide 13 - Open question

Waarom kreeg een Nederlander in Barcelona een boete?
A
Hij liep in zwemkleding over straat
B
Hij zwom rond in een straatfontein
C
Hij verkocht illegaal zwemkleding op straat

Slide 14 - Quiz

Wat zou Emmanuel later willen worden?
A
Filmacteur
B
Modeontwerper
C
Profvoetballer

Slide 15 - Quiz

Wat is er zo bijzonder aan de dag waarop Emmanuel geboren is?
A
Toen kocht zijn vader een huis in Strasbourg
B
Toen werd Frankrijk wereldkampioen voetbal
C
Toen speelde zijn vader zijn eerste interland

Slide 16 - Quiz

Planning
1/4 per les presenteren
3/4 zelfstandig werken aan opdracht ( 0,3 +)
Data: 
20 november
21 november
27 november
28 november
Opdracht:
  • Inleveren via classroom
  • In tweetallen of individueel

Slide 17 - Slide

Zelfstandig vocabulaire leren
timer
10:00

Slide 18 - Slide