het bezittelijk voornaamwoord correct in een zin gebruiken.
LESDOELEN
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 2 - Slide
Evaluatie eindmeting spreekvaardigheid
Samen: luistervaardigheid inoefenen
Samen: planning voor de komende week
Zelfstandig: weektaak 45
Samen: checken lesdoelen
LESPLANNING
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 3 - Slide
Wat is het doel van een eindmeting?
Welke hulpbronnen gebruik je?
Hoe helpt LearnBeat hierbij?
Wat als je er zelf niet uit komt?
Stap 1: Lees de opdracht!
Eindmeting spreekvaardigheid
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Uitspraak e/s/d/t en x: 'deux' 'nagé' 'beau'
Voorzetsels: 'Je suis allé a/en Grèce'
Passé composé: 'J'ai fait faire du shopping'
Vocabulaire
Veel gemaakte fouten
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 6 - Slide
Fase 2: Luistervaardigheid 2.1
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 7 - Slide
Répéter
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Welke luisterstrategie heb je geleerd?
Slide 8 - Slide
Répéter
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Welke luisterstrategie heb je geleerd?
Globaal luisteren = wat begrijp ik al?
- Signaal woorden herkennen (vocabulaire)
- Wat wordt er eigenlijk gevraagd?
Slide 9 - Slide
Vocabulaire
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Wat: LearnBeat 2.1 A vocabulaire 1
Hoe: zelfstandig en stil leren (3 minuten)
Hulp: dictee
Uitkomst: gatentekst invullen
timer
1:00
Slide 10 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Max is mijn vriend.
Sophie is mijn vriendin.
Max heeft een kat, het is zijn kat.
Sophie heeft een kat, het is haar kat.
Max heeft een auto, het is zijn auto.
Max en Sophie hebben een kat, het is hun kat.
Max en Sophie hebben katten, het zijn hun katten.
Slide 11 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Wat valt je op aan het bezittelijk voornaamwoord in het Frans?
Max est mon copain.
Sophie is ma copine.
Max a un chat, c'est son chat.
Sophie a un chat, c'est son chat.
Max a une voiture, c'est sa voiture.
Max et Sophie ont un chat, c'est leur chat.
Max et Sophie ont des chats, ce sont leurs chats.
Slide 12 - Slide
Bezittelijk voornaamwoord
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
De vorm van het bezittelijk voornaamwoord hangt af van het zelfstandig naamwoord dat volgt.
Max est mon copain.
Sophie est ma copine.
Max est mon ami.
Sophie est mon amie.
Max a un chat. C'est son chat.
Sophie a un chat. C'est son chat.
Slide 13 - Slide
Passé Composé - schrijf in je schrift!
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Om te vertellen wat je hebt gedaan, gebruik je in het Frans de passé composé. Deze tijd maak je met een vorm van het werkwoord avoir en een voltooid deelwoord (parlé).
Het voltooid deelwoord is stam (heel werkwoord - er) + é.
Tu asrencontré un garçon français. - Jij hebt een Franse jongen ontmoet.
Slide 14 - Slide
Passé Composé
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Tu (passer) ___ ___ de bonnes vacances?
Ma soeur (travailler) ___ ___ dans un camping.
Mes parents (aimer) ___ ___ la ville.
Ils (avoir) ___ ___ un mobil-home.
Mes grands-parents (être) ___ ___ en Italie.
Mon oncle (faire) ___ ___ du kitesurf.
Slide 15 - Slide
Weektaak week 45:
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
Slide 16 - Slide
Wat: weektaak maken.
Hoe: zelfstandig en stil.
Hulp: lees je theorie nog eens door of schrijf je naam op het bord en ga door met de volgende vraag.
Als je helemaal klaar bent: vocabulaires 1 en 2 leren.
Zelfstandig werken: weektaak 45
Le 4 novembre 2024, Kiim année scolaire 2
timer
1:00
Slide 17 - Slide
Evaluatie lesdoelen:
Kan ik een luisterstrategie toepassen en uitleggen?
Kan ik het bezittelijk voornaamwoord correct in een zin gebruiken.