les 11 - 21 oktober 2024
1 / 34
Lesson duration is: 60 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
pronom possessif
___ (haar) frère est très gentil.
___ (haar) frère est très gentil.
Slide 9 - Open question
Remplis le juste pronom possessif
(mijn) ..... père aime les fleurs.
(mijn) ..... père aime les fleurs.
Slide 10 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... cousine (mijn)
... cousine (mijn)
Slide 11 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... frère (jouw)
... frère (jouw)
Slide 12 - Open question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (zijn) mère
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.
_________ (zijn) mère
Slide 13 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... chien (ons)
... chien (ons)
Slide 14 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (mijn)
... devoirs (mijn)
Slide 15 - Open question
Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.
_________ (haar) amie
Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord.
_________ (haar) amie
Slide 16 - Open question
het bezittelijk voornaamwoord.
(uw)… amis
(uw)… amis
Slide 17 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... soeur (zijn)
... soeur (zijn)
Slide 18 - Open question
Het bezittelijk voornaamwoord:
... devoirs (hun)
... devoirs (hun)
Slide 19 - Open question
Vertaal:
mijn zus
mijn zus
Slide 20 - Open question
Vertaal:
mijn hond
mijn hond
Slide 21 - Open question
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken
Slide 25 - Poll
ik kan schrijven over mijn vakantie
