This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Leg blz. 76 van je boek open
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Deze les
Herhalen
Bruine boon tekenen
Slide 4 - Slide
Een bruine boon is een...
A
Zaad
B
Plant
C
Kiem
D
Vrucht
Slide 5 - Quiz
De zaadhuid van de bruine boon....
A
zorgt voor groei
B
zorgt dat de bruine boon water kan opnemen
C
zorgt voor bescherming van de boon
D
zorgt ervoor dat de bruine boon haar kan krijgen
Slide 6 - Quiz
Sleep de namen naar het juiste nummer.
Zaadhuid
Navel
Poortje
Hartvormig bultje
Slide 7 - Drag question
Wat is een kiem van de bruine boon?
A
het onderdeel van de bruine boon wat ervoor zorgt dat de boon water krijgt.
B
een onderdeel van de bruine boon waarin een nieuw blaadje en worteltje groeit
C
het onderdeel waarmee de bruine boon vastgezeten heeft aan de moederplant
D
het onderdeel wat de bruine boon beschermt.
Slide 8 - Quiz
Wat is de navel?
A
Een witte, ronde vlek op de bruine boon
B
Een opening waar water door kan
C
Een dun vlies aan de buitenkant van de bruine boon
D
Een bultje op de bruine boon
Slide 9 - Quiz
Door welk onderdeel neemt een bruine boon water op?
A
poortje
B
navel
C
hartvormig bultje
D
zaadhuid
Slide 10 - Quiz
Wat is de zaadhuid?
A
Een opening waar water door kan
B
Een witte, ronde vlek op de bruine boon
C
De plek waar de boon vastzat in de vrucht
D
Een dun vlies aan de buitenkant van de bruine boon
Slide 11 - Quiz
Met welk nummer zat de bruine boon in de peulvrucht vast?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 12 - Quiz
Welk deel van de bruine boon bevat reservevoedsel?
A
de zaadlob
B
de zaadhuid
C
de navel
D
het kiemplantje
Slide 13 - Quiz
De juiste volgorde voor de levenscyclus van de bruine boon is ....
A
groei, bloei, zaadvorming, kieming
B
kieming, groei, bloei, zaadvorming
C
bloei, zaadvorming, kieming, groei
D
zaadvorming, kieming, groei, bloei
Slide 14 - Quiz
In de tekening van de binnenzijde van de bruine boon zijn de delen 1, 2 en 3 aangegeven. Bij het ontkiemen van een plantje uit een bruine boon worden bepaalde delen van een zaad groter. Eén deel wordt dan juist kleiner. Wat wordt bij de ontkieming groter en wat wordt er kleiner?
A
groter: 1 en 3
kleiner: 2
B
groter: 1 en 2
kleiner: 3
C
groter: 2 en 3
kleiner: 1
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
timer
4:00
Slide 22 - Slide
Aan de slag
Ga naar blz. 77 in je boek en maak de tekeningen bij
practicum-opdracht 2 en 3.
Slide 23 - Slide
Doen?
Pak je bruine boon zo vast dat je het witte plekje goed kunt zien.
Bekijk de bruine boon met de loep.
Maak een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht van de bruine boon.
Gebruik de tekenregels en de voorbeeldtekening!
Geef in jouw tekening de volgende delen aan: hartvormig bultje – navel – poortje – zaadhuid.
timer
15:00
Slide 24 - Slide
De binnenkant van een bruine boon
Wat ga je doen?
• Je gaat de binnenkant van een bruine boon bekijken en tekenen.
Wat heb je nodig?
• een loep
• een bruine boon die een dag in het water heeft gelegen
• tekenmateriaal
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Doen?
Haal voorzichtig de zaadhuid van de bruine boon af. Begin niet aan de kant waar de navel zit, maar aan de andere kant.
Je ziet dat de bruine boon uit 2 helften bestaat.
Haal de zaadlobben voorzichtig van elkaar af.
Maak een natuurgetrouwe tekening van de zaadlob met de kiem.
Geef de volgende delen aan: blaadje – worteltje – zaadlob.