This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Thema 1 Planten en dieren
Organismen
Groei en ontwikkeling
Metamorfose
De mens
Voedsel maken
Allemaal anders
Slide 1 - Slide
Wat gaan we deze les?
Tekenen voor cijfer
Herhalen § 1.2 / mk en lr § 1.2
Slide 2 - Slide
Tekenen
Papier goed verdelen; 3 tekeningen op 1 A4
Natuurgetrouwe tekening met kleur
Schematische tekening alleen met grijs potlood
Let op, formaat. Groot genoeg tekenen!
Titel, ondertitel, naam en onderdelen
Slide 3 - Slide
WAT MOET JE DOEN?
practicum 2 en 3
Tekening 1
Houd de bruine boon vast tussen duim en wijsvinger.
Bekijk de bruine boon met de loep.
Maak een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht van de bruine boon.
Teken de boon ongeveer 2× zo groot als hij in werkelijkheid is.
Geef de volgende delen aan: hartvormig bultje – navel – poortje – zaadhuid.
Tekening 2
Haal voorzichtig de zaadhuid van de boon. Begin aan de kant waar de navel niet zit.
Je ziet dat de boon uit twee helften bestaat. Dat zijn de zaadlobben. Je ziet ook het worteltje van de kiem. De top van het worteltje zit vlak bij het poortje. Bij de kieming groeit het worteltje door het poortje heen naar buiten.
Maak een natuurgetrouwe tekening van de bruine boon zonder zaadhuid. Geef de volgende delen aan: worteltje – zaadlob.
Tekening 3
Zie boek bladzijde 77 practicum 3
Slide 4 - Slide
WAT MOET JE DOEN? 1
Houd de bruine boon vast tussen duim en wijsvinger.
Bekijk de bruine boon met de loep.
Maak een natuurgetrouwe tekening van het buitenaanzicht van de bruine boon.
Teken de boon ongeveer 2× zo groot als hij in werkelijkheid is. Geef de volgende delen aan: hartvormig bultje – navel – poortje – zaadhuid.
Slide 5 - Slide
1.2 Groei en ontwikkeling
1.2.4 Je kunt omschrijven wat groei en wat ontwikkeling is.
1.2.5 Je kunt de delen van een zaad noemen met hun functie.
1.2.6 Je kunt de levenscyclus van een zaadplant beschrijven.
Slide 6 - Slide
1.3.7 Je kunt omschrijven wat metamorfose is.
1.3.8 Je kunt de levenscyclus van een koolwitje en van een kikker beschrijven.