1.2 Jagers worden boeren

1.2 Landbouwsamenleving
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

1.2 Landbouwsamenleving

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Continuïteit versus verandering
Continuïteit: als iets niet of bijna niet verandert

Verandering: als iets anders wordt of verschilt met hoe het eerst was

Bijvoorbeeld: Het ontstaan van landbouw is een verandering of een revolutie

Slide 3 - Slide

Aan de slag

Maak vragen 1 en 2 van 1.2

Slide 4 - Slide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Nakijken huiswerk
3. Uitleg leerdoel 1 en 2 van 1.2
4. Aan de slag

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Aan de slag

Maak vragen 3, 4 en 6  van 1.2

Slide 8 - Slide

Planning
1. 5 minuten lezen + controle huiswerk
2. Nakijken huiswerk
3. Uitleg 1.2 en begin 1.3
4. Aan de slag in het werkboek

Slide 9 - Slide

Oefenvragen
1. Noem twee kenmerken van de landbouwsamenleving. (2 punten) ​


2. Lees de vier zinnen (A-D). Noteer de letters van de twee juiste zinnen. (2 punten)​
Jager-verzamelaars:​
A gebruikten materialen uit de natuur.​
B hadden veel bezittingen. ​
C leefden in groepen van 20 tot 30 personen.​
D woonden op een vaste plek.​

3. Schrijf de definitie op van middel van bestaan (1 pt)








Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

4. Lees bron 1. Over welke twee middelen van bestaan gaat deze tekst? Leg dit uit met twee bronelementen. (2 punten) ​

Bron 1 - Uit een verhaal ​
‘Aya, Aya!’ Een harde stem klonk over de open plek en een bebaarde man stapte uit een grote tent. Het was de grootste tent van het dorp. ‘Aya!’ riep de man met de baard opnieuw. In de verte kwam een meisje aangerend. Haar rode krullen wapperden in de wind. ‘Aya, mijn dochter, ik heb een klusje voor je.’ Het roodharige meisje keek haar vader nieuwsgierig aan. ‘Ik wil dat je bessen gaat zoeken.’ ‘Weer bessen,’ zuchtte Aya teleurgesteld. ‘Ik dacht dat u me wilde vertellen dat ik eindelijk eens mee mag jagen.’ Haar vader begon bulderend te lachen. ‘Je mag niet mee jagen,’ zei hij tussen het lachen door. ‘Je bent nog maar dertien winters jong, en daarnaast horen meisjes helemaal niet te jagen. Jagen is voor mannen.’​
Naar: Richard Zuiderveld en Aant-Jelle Soepboer, Vet oud! De Nederlandse geschiedenis voor jongeren in 25 verhalen (Uithoorn, 2013).​










Slide 12 - Slide