5.3 lezen: samenvatten en tekststructuren

5.3 lezen
Ik leer:
  • wat een samenvatting is
  • drie veel voorkomende tekststructuren
  • welke vier soorten samenvattingsopdrachten je op het eindexamen tegen kunt komen
  • een aanpak om meerkeuzevragen te beantwoorden
  • een tekst op verschillende manieren samenvatten
1 / 24
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

5.3 lezen
Ik leer:
  • wat een samenvatting is
  • drie veel voorkomende tekststructuren
  • welke vier soorten samenvattingsopdrachten je op het eindexamen tegen kunt komen
  • een aanpak om meerkeuzevragen te beantwoorden
  • een tekst op verschillende manieren samenvatten

Slide 1 - Slide

Wat is een samenvatting?

Slide 2 - Mind map

Bij welke vakken gebruik je een samenvatting als hulpmiddel om te leren?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Tekststructuur
Om de hoofdzaken te vinden, kun je de structuur (opbouw) van de tekst gebruiken. Dit geldt vooral voor teksten met een vaste tekststructuur: een tekst waarin de volgorde van de deelonderwerpen van tevoren al vastligt.

Slide 5 - Slide

Verklaringsstructuur
een tekst die een verschijnsel toelicht (oorzaken, gevolgen, verklaringen)

Slide 6 - Slide

Voor- en nadelenstructuur
 een tekst die de voor- en nadelen van een bepaald onderwerp bespreekt

Slide 7 - Slide

probleem-oplossingsstructuur
een tekst die een probleem aan de orde stelt en een of meer oplossingen bespreekt

Slide 8 - Slide

Samenvatten zonder tekststructuur
Niet alle teksten hebben zo’n vaste structuur. Ook over teksten zonder vaste structuur kun je vragen stellen. Bijvoorbeeld:
• Wat is het onderwerp?
• Wat zijn de deelonderwerpen? Wat wordt over elk deelonderwerp gezegd?

Slide 9 - Slide

Inleiding
Middenstuk
Slot
Anekdote
Aandacht trekken
Introductie onderwerp
Deelonderwerpen
Onderwerp uitgewerkt
Samenvatting
Conclusie
Afhankelijk van tekststructuur
Afhankelijk van tekststructuur

Slide 10 - Drag question

wat het ene tekstdeel te maken heeft met het andere
de mening
de opbouw van een tekst
alles past bij elkaar en sluit op elkaar aan
de tekststructuur
het verband tussen
de opvatting
een samenhangend geheel

Slide 11 - Drag question

Sleepvraag: 
Sleep de juiste inleiding naar de juiste tekststructuur
Voor- en nadelenstructuur
probleem/
oplossing-
structuur
verklarings-
structuur
inleiding:
onderwerp
vraag

inleiding:
probleem
inleiding:
bepaald
verschijnsel

Slide 12 - Drag question

Welke tekststructuur herken je?
Verklaringsstructuur
Probleem-oplossingsstructuur
Voor- en nadelenstructuur 

Slide 13 - Slide

Welke tekststructuur herken je?
A
Verklaringsstructuur
B
Probleem-oplossingsstructuur
C
Voor- en nadelenstructuur

Slide 14 - Quiz

Maken lezen 5.3
Opdracht 4 t/m 7
blz. 108-109
timer
20:00

Slide 15 - Slide

Samenvattingsopdrachten in het eindexamen


In het eindexamen Nederlands kom je vier soorten samenvattingsopdrachten tegen:

Slide 16 - Slide

1 Opdrachten waarin je samenvattingen beoordeelt

bijvoorbeeld:
• Welke bewering hoort (niet) in een samenvatting van de tekst thuis?
• Welke zinnen passen (niet) in een samenvatting van de tekst?
• Welke drie zinnen moet je in ieder geval opnemen in een korte samenvatting van tekst 3? Noteer de nummers van je antwoord.

Slide 17 - Slide

2 Opdrachten waarin je de hoofdgedachte vaststelt
Bijvoorbeeld:
• Wat is de hoofdgedachte van de tekst of het tekstdeel?
• Welke omschrijving verwoordt het best de hoofdgedachte van tekst 1?
• Formuleer het centrale standpunt van de tekst. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 15 woorden.

Slide 18 - Slide

3 Opdrachten waarin je de inhoud van een tekst of tekstdeel samenvat
Bijvoorbeeld:
• Vat het resultaat en de gegevens die daartoe leiden samen. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je antwoord niet meer dan 55 woorden.
• Vat de argumentatie samen waarmee dit standpunt onderbouwd wordt. Geef antwoord in een of meer volledige zinnen en gebruik voor je totale antwoord niet meer dan 30 woorden.
• Welke van de onderstaande beweringen vat het best de kern van alinea 9 samen?

Slide 19 - Slide

4 Opdrachten waarin je informatie uit een tekst samenvat in een schema

Bij deze opdrachten wordt meestal naar een argumentatie gevraagd. In het schema is het standpunt vaak al ingevuld; in het schema wordt aangegeven welke elementen van de argumentatie je moet aanvullen.

Slide 20 - Slide

Strategie meerkeuzevragen
Vooral bij opdrachten waarin je samenvattingen beoordeelt, kom je meerkeuzevragen tegen. Moet je een meerkeuzevraag beantwoorden, dan kun je als volgt te werk gaan:

Slide 21 - Slide

Strategie meerkeuzevragen
1 Lees de vraag en formuleer zelf het antwoord. Kijk daarna of jouw antwoord bij de keuzeantwoorden staat.

2 Ga verder met de volgende vragen als je een vraag niet kunt beantwoorden. Ga aan het eind terug naar de vragen die je hebt overgeslagen. Waarschijnlijk heb je nu een beter zicht op de tekst.

Slide 22 - Slide

Strategie meerkeuzevragen
3 Gebruik de wegstreepstrategie als je twijfelt over een antwoord. Streep de antwoorden weg die zeker niet goed zijn.
• Vaak is één antwoord duidelijk fout.
• Vaak is een tweede antwoord ook echt fout als je de tekst goed leest.
• Er blijven meestal twee antwoorden over waartussen je moet kiezen.

4 Twijfel je nog? Ga af op je eerste indruk. Kruis in ieder geval áltijd een antwoord aan.

Slide 23 - Slide

Maken 5.3 lezen
opdracht 9 t/m 13 of 14 t/m 16
blz. 111-112 of 113-115
timer
20:00

Slide 24 - Slide