1.3 Rekenen aan gehaltes (1) GRT

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Welkom 4AD!

Voor de start van de les wil ik je vragen om...

- ... je iPad in de tas te laten.

- ... je scheikunde boek + BINAS op tafel te leggen. 

Deze les

• Herhaling van vorige les 1.2 Chemische hoeveelheid
• Uitleg 1.3 Rekenen aan gehaltes
• Start met de opgaven van 1.3 Rekenen aan gehaltes

Leerdoelen van deze les

1) Je kunt berekeningen uitvoeren aan gehaltes: massapercentage, volumepercentage, massa-ppm, massa-pub en concentratie

2) Je kunt uitleggen wat bedoeld wordt met de significantie van meetwaarden en uitkomsten van berekeningen weergeven in het juiste aantal significante cijfers.

1.2 De chemische hoeveelheid

En wat is Molariteit (M) ook alweer?

Concentratie / Molariteit

De eenheid van molariteit kun je op verschillende manieren noteren:

• mol / L  (spreek uit: mol per Liter)
• M (spreek uit: molair)

• Molair en mol per liter zijn dus hetzelfde! M = mol / L
• Voorbeelden:
• [NH₃] = 0,15 M                      De molariteit van ammoniak is 0,15 molair
• [Na⁺] = 1,20 mol / L             Er is per liter 1,20 mol natriumionen opgelost
  

Molaire massa M

Let op! Dit is een andere hoofdletter M! Molair is de concentratie in gram/mol, maar Molaire massa is de grootheid voor de hoeveelheid gram per mol!

1.3 Significante cijfers regels

1.3 Wat zijn significante cijfers?

Het aantal significante cijfers van een meetwaarde is de hoeveelheid getallen van deze meetwaarde.

• Nullen aan het begin van een getal zijn geen significante cijfers
  
• Nullen aan het einde van een getal zijn wel significante cijfers
  

1.3 Wetenschappelijke notatie

1.3 Wetenschappelijke notatie

1.3 Massapercentage

1.3 Volumepercentage

1.3 ppm en ppb 

- Parts per million (ppm) en billion (ppb) 

niet x 100 maar:

Aan de slag!

1) Lees 1.3 Rekenen aan gehaltes (p. 29-33)

2) Maak 1.3 opdr. 1 t/m 4 (p. 34)

Je werkt de 1e 10 minuten voor jezelf in stilte, na die 10 minuten mag je zachtjes overleggen met je buur en loop ik rond voor vragen.

Klaar met 1.3 opdr. 1 t/m 4 (p. 34)? -->

3) Ga verder met de rest van de opdrachten van 1.3 opdr. 5 t/m 8 (p. 35)