Fase 3, niveau 3F, les 5 artikel schrijven en beoordeling examen

Nederlands


Planning voor vandaag:
  • Korte herhaling uitleg over de examens Nederlands
  • beoordeling examens
  • Schrijfvaardigheid artikel herschrijven
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands


Planning voor vandaag:
  • Korte herhaling uitleg over de examens Nederlands
  • beoordeling examens
  • Schrijfvaardigheid artikel herschrijven

Slide 1 - Slide

De examens Nederlands 3F

spreken en gesprekken telt 1x mee
  • Spreken > presentatie over een project op stage van minimaal 6 minuten(zie Teams kanaal Nederlands voor meer uitleg)
  • Gesprekken > gesprek met docent en er staan 6 vragen centraal (zie Teams kanaal Nederlands voor meer uitleg)

Centraal examen -lezen en luisteren telt 2x mee
  • duurt 1,5 uur
  • verschillende soorten teksten en luister- en kijkfragmenten

    Examen schrijven telt 1x mee
  • 2 of 3 schrijfopdrachten: artikel, stukje voor de website, betogend stuk, brief, e-mail, recensie
  • 60 minuten de tijd
  • spelling telt zwaar mee
  • op de laptop in Zwolle

Slide 2 - Slide

Beoordeling van het examen schrijven
  • Inhoud- zitten alle verplichte onderdelen erin?
  • Samenhang- gebruik van signaal- en voegwoorden
  • Afstemming op doel- informeren, overtuigen, activeren
  • Afstemming op publiek- aantrekkelijk geschreven, goede toon(u/je)
  • Woordenschat en woordgebruik
  • Spelling, interpunctie en grammatica
  • Leesbaarheid--> alinea-indeling, vaste briefconventies, titels en tussenkopjes

Slide 3 - Slide

Beoordeling uitwerking opdracht





  • Als je alle 7 onderdelen op niveau uitwerkt, scoor je een 6,0 als cijfer.
  • Je mag maar op 1 onderdeel een onvoldoende scoren.

0 punten
Het onderdeel is onvoldoende uitgewerkt
1 punt
Het onderdeel is precies op niveau uitgewerkt
2 punten
Het onderdeel is boven niveau uitgewerkt

Slide 4 - Slide

Voorbeeld - inhoud
  1. De kandidaat schrijft een wervende uitnodigingsbrief en benoemt het doel van de brief (= uitnodigen voor de vergadering).
  2. Alle relevantie informatie ( datum, tijd, locatie, duur) noemt hij in de 1e kern. 
  3. De kandidaat geeft bij twee agendapunten een uitgebreidere omschrijving.
  4. De kandidaat beschrijft hoe medewerkers extra agendapunten kunnen aanleveren.
  5. De kandidaat sluit af met een beleefde slotzin.
  6. In de brief is een agenda met relevante agendapunten opgenomen.

Slide 5 - Slide

 Doel
Je kunt in je tekst verschillende doelen combineren, zoals informeren, overtuigen en activeren:

  • Het doel van de brief is de lezer activeren om naar de vergadering te komen.
  • Je informeert de lezer over de inhoud / agenda van der vergadering.
  • Jouw doel is dat mensen agendapunten aandragen en dat ze laten weten of ze wel of niet naar de vergadering komen.

Slide 6 - Slide

Publiek
Algemeen
  • Bij onbekenden: spreek consequent aan met 'u' en 'uw'
  • Begin brieven met 'Geachte heer / mevrouw,'

Maar in deze situatie is je/jullie en beste medewerkers / collega's beter aangezien je de brief stuurt naar een groep mensen die je kent.

Wees in ieder geval consequent!

Slide 7 - Slide

Woordgebruik en woordenschat
  • Je gebruikt woorden in de goede betekenis
  • Je gebruikt de juiste lidwoorden (de / het) bij woorden
  • Je gebruikt de goede voorzetsels in je zinnen
  • Je wisselt af in je woordkeuze

Tips:
  • Gebruik alleen woorden waar je de betekenis van kent!
  • Maak gebruik van de woorden die in de examenopdracht staan.

Slide 8 - Slide

Spelling
Tips:
  1. Let op het gebruik van hoofdletters aan het begin van een zin, bij namen, bij plaatsen en talen. 

  2. In het Nederlands schrijf je samenstellingen aan elkaar.

  3. Controleer in je tekst alle werkwoorden die eindigen op een 't' of een 'd':
    Vervang deze werkwoorden eventueel door 'smurfen' of 'lopen', zodat je goed kunt horen op welke letter het werkwoord moet eindigen.

Slide 9 - Slide

Aan het werk 
1) Bekijk de opdracht
2) Bekijk het geschreven artikel
3) Wat is niet goed? Omcirkel, onderstreep, streep door en verbeter
4) Herschrijf het artikel: denk aan de leesbaarheid, dus het gebruik van een titel, tussenkopjes, alinea's
5) Nabespreken 

Slide 10 - Slide