Les 5 - P3 - NED lj1 N3 N4

Spreekvaardigheid & gespreksvaardigheid
periode 3 
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Spreekvaardigheid & gespreksvaardigheid
periode 3 

Slide 1 - Slide

Terugblik:
stemgebruik
lichaamstaal

Slide 2 - Slide

Vandaag:
1. Belangrijke informatie benadrukken

2. Aan de slag !

3. Doorvragen / beroepshouding

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Komt de boodschap goed over ?

Slide 5 - Open question

Hoe wordt de belangrijke informatie benadrukt ?

Slide 6 - Open question

Aan de slag !

Studiereader 3F

Thema 2 3F
Hoofdstuk 5
opdracht 5

10 min



Slide 7 - Slide

Aan de slag !

Studiereader 3F

Thema 1 3F
Hoofdstuk 5
opdracht 9

10 min



Slide 8 - Slide

Recept presenteren
  1. Je gaat je favoriete recept presenteren.
  2.  Schrijf steekwoorden op die je gaat gebruiken.
  3. De presentatie moet 2 minuten duren, je mag slide via powerpoint maken als je dit fijn vindt. 
  4. Houdt rekening met de volgende onderdelen : actieve spreekhouding, stemgebruik (intonatie), volume, articulatie.
  5. Na de voorbereiding gaat de timer aan en presenteer je jouw recept.
timer
2:00

Slide 9 - Slide

Gesprekken voeren

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Gastvrijheid
Het belangrijkste van gastvrijheid is ‘inleven in de gast’. Dit is de kern waar het allemaal omdraait. De behoeften, wensen en verwachtingen van de klant (her)kennen is de basis van een gastvrije. Maar ook hoe jij je opstelt. Hoe zet je je eigen stem in, je eigen houding en hoe dicht sta jij tot aan je gast.

Slide 15 - Slide

Hospitality
 Hospitality is niet alleen gastvrijheid, maar ook:
  • je laat de klant zich welkom voelen
  • je laat de klant zich prettig voelen

Hierbij hoort niet alleen ook een schone winkel of kantoor bij, maar ook een verzorgd uiterlijk.

Slide 16 - Slide

Wat is voor jullie gastvrijheid / hospitality ?

Slide 17 - Mind map

Een klant komt helemaal natgeregend binnenlopen. Wat zeg je?
A
Goedemorgen , waarmee kan ik u helpen?
B
Goedemorgen, heeft u een afspraak?
C
Goedemorgen, wat vervelend dat u zo natgeregend bent.
D
Goedemorgen, wat een rotweer vandaag, ik haat regen!

Slide 18 - Quiz

Wat zeg je nadat de klant je heeft bedankt voor het beantwoorden van de vraag?
A
Nog een hele fijne dag en tot ziens.
B
Graag gedaan! Tot ziens!
C
Kan ik verder nog iets voor u doen?
D
Het was een hele rare vraag, ben blij dat ik hem kon beantwoorden.

Slide 19 - Quiz

Een klant komt voor een collega. De klant moet 15 minuten wachten op jouw collega. Wat zeg je?
A
U kunt daar even plaatsnemen, zodra mijn collega er is, laat ik u dat weten.
B
U kunt daar plaatsnemen, wilt u tijdens het wachten misschien een kopje koffie?
C
Gaat u daar maar zitten, het kan wel even duren.
D
Helaas is mijn collega vertraagd, zodra hij/zij klaar is kom ik u ophalen.

Slide 20 - Quiz

Welk antwoord hoort niet thuis bij een goede communicatie?
A
Duidelijk spreken
B
Vriendelijk knikken
C
Geen oogcontact maken
D
Navraag doen

Slide 21 - Quiz

Hoe begroet je de ontvanger?
A
goeie(dagdeel)
B
Hallo
C
Fijn dat u er eindelijk bent.
D
Hoi, hoe is het?

Slide 22 - Quiz

Empathie, betrokkenheid en proactief zijn. Wat hoort nog meer bij onze beroepshouding?
A
Respect en echtheid
B
Goede communicatie en begrip
C
Respect en geduld
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 23 - Quiz

Welk van onderstaande punten denk je dat de meeste invloed heeft op goede communicatie?
A
Intonatie (stemgebruik, toonhoogte, volume)
B
Gesproken woord
C
Lichaamstaal (houding en gebaren)
D
Juiste balans tussen de drie

Slide 24 - Quiz

Filmpje

Wij gaan nu een filmpje bekijken.

Noteer 3 dingen die jou opvallen in dit gesprek

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video