Docenten: Esther van der Burg, ele.vanderburg@alfa-college.nl
Sophie Kuipers, es.kuipers@alfa-college.nl
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1
This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Nederlands ondersteuning
2023-2024
Docenten: Esther van der Burg, ele.vanderburg@alfa-college.nl
Sophie Kuipers, es.kuipers@alfa-college.nl
Slide 1 - Slide
Programma
Welkom
Vragen?
Terugblik: woordvolgorde
Grammatica: woordvolgorde voegwoorden
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Vragen?
Heb je vragen over de opdrachten?
Moeilijke woorden?
Planning?
Slide 3 - Slide
Terugblik
Grammatica: woordvolgorde
- hoofdzin
- inversie
- vraagzinnen
- zin met een bijzin (voegwoorden > werkwoord achteraan)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
In deze les leer je
- wat samengestelde zinnen zijn
- hoe de volgorde in samengestelde zinnen is
- verschillende voegwoorden om zinnen mee aan elkaar te 'voegen'
Slide 6 - Slide
Voegwoorden
In het Nederlands kun je twee zinnen aan elkaar maken (voegen) tot een lange zin, met voegwoorden. Een lange zin met twee persoonsvormen heet een samengestelde zin.
Bijvoorbeeld:
zin 1: ik hou van voetbal.
zin 2: ik ben dol op paardrijden.
Aan elkaar voegen met EN:
zin3: Ik hou van voetbal en ik ben dol op paardrijden.
Slide 7 - Slide
Welke voegwoorden ken je? Typ er een aantal.
Slide 8 - Open question
Volgorde
Bij de meeste voegwoorden verandert de woordvolgorde: het werkwoord komt achteraan in de tweede zin:
Ik hou van voetbal, terwijlik niet van paardrijden hou
Ik zit op school, omdatik iets wil leren
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Video
De volgorde verandert NIET bij:
en Ik hou van koffie enikhou van thee
maar Ik hou van koffie, maarikhou niet van thee
want Ik hou van koffie, wantikword dan wakker.
of Je houdt van koffie ofje houdt van thee.
dus Ik hou alleen van koffie, dus ik hou niet van thee.
Slide 11 - Slide
Voorbeelden
Zin 1: Ik ga niet naar school Zin 2: ik ben ziek
Ik ga niet naar school wantik ben ziek.
Ik ga niet naar school en ikben ziek.
Ik ga niet naar school omdat ik ziek ben.
Ik ga naar school, tenzijik ziek ben
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Video
De volgorde in de tweede zin verandert niet.
In de tweede zin verandert de woordvolgorde
en
maar
omdat
zodat
Terwijl
dus
want
Slide 14 - Drag question
Voorbeelden van goede zinnen
Ik hou van voetballen en ik ben lid van de tennisclub.
Ik ben lid van de tennisclub en ikhou van voetballen.
Ik hou van voetballen, maar ik ben lid van de tennisclub
Ikben lid van de tennisclub, maarik hou van voetballen.
Hoewelik van voetballen hou, ben ik lid van de tennisclub.
Hoewel ik lid ben van de tennisclub, houik van voetballen
Slide 15 - Slide
Welke zin is NIET goed?
A
Ik hou van jou, want je bent lief.
B
Ik hou van mijn broer omdat hij is lief.
C
Ik lees de krant, terwijl ik muziek luister
D
Ik ga naar school, zodat ik veel kan leren.
Slide 16 - Quiz
In Nederland leren kinderen fietsen...
A
...wanneer ze zijn vijf of zes jaar.
B
...wanneer ze vijf of zes jaar zijn.
Slide 17 - Quiz
Zelf zinnen maken
Je ziet zo twee losse zinnen.
Maak daarmee zelf drie samengestelde zinnen met de drie gegeven voegwoorden.
Let op de betekenis en de woordvolgorde!
Slide 18 - Slide
Jan werkt in de pizzeria. Jan heeft geen tijd voor huiswerk. omdat dus want
Slide 19 - Open question
Voorbeelden van goede zinnen
Janwerkt in de pizzeria, dus Jan heeft geen tijd voor huiswerk.
Jan werkt in de pizzeria, dus heeft Jan geen tijd voor huiswerk.
Jan heeft geen tijd voor huiswerk, wantJan werkt in de pizzeria.
Jan heeft geen tijd voor huiswerk, omdatJan in de pizzeria werkt.
OmdatJan in de pizzeria werkt, heeft Jan geen tijd voor huiswerk. .
Slide 20 - Slide
Ik hou van voetballen. Ik ben lid van de tennisclub. en maar hoewel
Slide 21 - Open question
Kiezen:
- samen teksten / opdrachten lezen
- stencil woordvolgorde afmaken
- klaar? nieuw stencil woordvolgorde om verder te oefenen