H4 grammatica zinsdelen: beknopte bijzin

H4 grammatica zinsdelen: de beknopte bijzin
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

H4 grammatica zinsdelen: de beknopte bijzin

Slide 1 - Slide

Grammatica zinsdelen: H1. bijvoeglijke bijzinnen, H2. samentrekkingen, H3. verwijzen
Je leert wat een beknopte bijzin is en hoe je beknopte bijzinnen kunt herkennen en gebruiken.
Bijzin
Beknopte bijzin + voorbeelden
Nederlands H4 Grammatica, blz. 124-125
Startopdracht
Opdracht 1-2-3-4

Hoe ging het? 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

normale bijzin
Normale bijzin: 
Terwijl ze aan hun ijsje likten, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Bijzin: Terwijl ze aan hun ijsje likten 
--> likten = pv  en  ze = ow

Slide 4 - Slide

Beknopte bijzinnen
Dus, in een gewone bijzin staat een persoonsvorm en een onderwerp. 

Een kenmerk van een beknopte bijzin is, dat er geen persoonsvorm en geen onderwerp in de zin staat. 

Slide 5 - Slide

Beknopte bijzinnen
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken.
bekn.bz
Kijk maar eens mee naar de volgende zin: 
Toen hij ontsnapte aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats. 
Bijzin: Toen hij ontsnapte aan de politie
--> OW is hij en PV is ontsnapte

Slide 6 - Slide

Normale vs. beknopte bijzinnen
1) Toen hij ontsnapte aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats. 
Bijzin: Toen hij ontsnapte aan de politie
--> OW is hij en PV is ontsnapte
In zin 1 heeft de bijzin een OW en een PV. 
2) Ontsnapt aan de politie, zocht de inbreker een schuilplaats.
Beknopte bijzin is: Ontsnapt aan de politie
In zin 2 ontbreken een OW en een PV. Daarom heet de bijzin in zin 2 een beknopte bijzin. Het denkbeeldige onderwerp van een beknopte bijzin kun je meestal afleiden uit de hoofdzin (in zin 2. is dit de inbreker)

Slide 7 - Slide

Beknopte bijzin
In plaats van de persoonsvorm bevat een beknopte bijzin: 

- een voltooid deelwoord
- een onvoltooid deelwoord
- te + infinitief (het hele werkwoord)

Slide 8 - Slide

Beknopte bijzin met een voltooid deelwoord
Op het station aangekomen, kocht Ole eerst een lekker warm broodje. 
Bekn.bz = Op het station aangekomen 
--> er is geen pv en geen ow 

Slide 9 - Slide

Beknopte bijzin met een voltooid deelwoord
voorbeeld 2: 
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto. 
Bekn.bz: Afgeleid door een reclamebord 
--> Er is geen PV en geen OW 

Slide 10 - Slide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
Rillend van de kou, kwam Yrsa aangefietst. 
Bekn.bz = Rillend van de kou
--> er is geen pv en geen ow 

Slide 11 - Slide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
voorbeeld 2: 
Likkend aan hun ijsjes, slenterden de meisjes door de winkelstraat. 

Beknopte bijzin: Likkend aan hun ijsjes 
--> er is geen pv en geen ow 

Slide 12 - Slide

Beknopte bijzin met een onvoltooid deelwoord
voorbeeld 3:
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift. 

Beknopte bijzin: Op zijn rug in de hangmat liggend 
--> Er is geen persoonsvorm en geen onderwerp 

Slide 13 - Slide

Beknopte bijzin met te + infinitief
Amanda deed direct aangifte bij de politie na de fraude te hebben ontdekt. 
Bekn.bz = na de fraude te hebben ontdekt
--> er is geen pv en geen ow 

Slide 14 - Slide

Beknopte bijzin met te + infinitief 
Voorbeeld 2:
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje. 
Beknopte bijzin: hun eerste loon te besteden aan een feestje 
--> Er is geen persoonsvorm of onderwerp 

Slide 15 - Slide

Beknopte bijzin herkennen
Net als gewone bijzinnen kunnen beknopte bijzinnen dus een zinsdeel binnen de hoofdzin zijn: lijdend voorwerp 
Voorbeeld:
Vince beweert zijn rijbewijs te hebben gehaald. 
(Wat wordt door Vince beweerd?)  LV = zijn rijbewijs te hebben gehaald
Bekn.bz = zijn rijbewijs te hebben gehaald

Slide 16 - Slide

Beknopte bijzin ook herkennen
Net als gewone bijzinnen kunnen beknopte bijzinnen een zinsdeel binnen de hoofdzin zijn: 
Ze kunnen ook bijvoeglijke bepaling zijn
Voorbeeld:
Jouw voornemen onvoorbereid te gaan kamperen, lijkt mij geen goed idee.
- Bijv. bep = onvoorbereid te gaan kamperen (Een bijvoeglijke geeft meer informatie over een zelfstandig naamwoord  --> voornemen)
Bekn.bz =  onvoorbereid te gaan kamperen

Slide 17 - Slide

Beknopte bijzin ook herkennen
Een beknopte bijzin mag alleen beknopt zijn als het onderwerp uit de hoofdzin overeenkomt met het onderwerp dat eigenlijk in de beknopte bijzin moet staan.

Kijk maar eens mee!

Slide 18 - Slide

Beknopte bijzin ook herkennen
Afgeleid door een reclamebord, botste ik tegen een stilstaande auto.

Wie was afgeleid door een reclamebord? 
'Ik' en 'ik' is ook het onderwerp van de hoofdzin. 
Het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin en het onderwerp van de hoofdzin komen overeen. 

Slide 19 - Slide

Beknopte bijzin ook herkennen
Nog een voorbeeld:
Op zijn rug in de hangmat liggend, las Achmed een tijdschrift.

Wie lag in de hangmat? --> Achmed.
Achmed is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus het komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.


Slide 20 - Slide

Beknopte bijzin ook herkennen
Nog een voorbeeld 2:
De vrienden spraken af hun eerste loon te besteden aan een feestje.

Wie besteden hun eerste loon aan een feestje? 
De vrienden. 
De vrienden is ook het onderwerp van de hoofdzin, dus dat komt overeen met het verzwegen onderwerp van de beknopte bijzin.



Slide 21 - Slide

Wat is het verschil tussen een hoofdzin en een bijzin?

Slide 22 - Open question

Bijzin of beknopte bijzin?

Nog mopperend over de verloren wedstrijd, verlieten de sporters de sporthal.
A
Bijzin, want wel PV en OW
B
Beknopte bijzin, want geen PV en OW

Slide 23 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Toen ze na haar werk goed was uitgerust, ging Caja een uur fitnessen.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 24 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Hard weglopend voor de politie, werden de dieven in de gaten gehouden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 25 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Terwijl ze lekker in het zonnetje zaten, dronken Ronald en Michel een colaatje.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 26 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

In de wetenschap op school toch niets te leren, spijbelde Wilco vrijwel dagelijks.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 27 - Quiz

Bijzin of beknopte bijzin?

Martijn vroeg Irene in de fietsenstalling of ze zijn vriendinnetje wilde worden.
A
Bijzin
B
Beknopte bijzin

Slide 28 - Quiz

Bijzin <--> beknopte bijzin
EXTRA INFO:
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken:
Nadat hij de fraude had geconstateerd, werd de boekhouder direct ontslagen.
Bijzin: Nadat hij de fraude had geconstateerd, ...
Beknopte bijzin: Na de fraude geconstateerd te hebben, ...




Slide 29 - Slide

Bijzin <--> beknopte bijzin (2)
Van een bijzin kun je een beknopte bijzin maken en van een beknopte bijzin kun je een bijzin maken: 
Na kampioen te zijn geworden, werden de spelers door het bestuur gefeliciteerd. 
Beknopte bijzin: Na kampioen te zijn geworden, ...
Bijzin: Nadat ze (de spelers) kampioen waren geworden, ...

Slide 30 - Slide