Herhaling hfst 5 en 6.1 en 6.2 Derde klas

 
Mengsels en Scheidingsmethoden
1 / 51
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 51 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 
Mengsels en Scheidingsmethoden

Slide 1 - Slide

Zuivere stof of mengsel?
(Sleep de blauwe vakjes naar het rode 'sleepdoel')
mengsel
zuivere stof
zuivere boslucht
zeewater
gedestilleerd water
coca-cola
zuurstof
kristalsuiker
gemalen koffie

Slide 2 - Drag question

Suspensie
Emulsie
Oplossing
Omschrijving
Voorbeeld
Rook
Nevel
Vaste stof die niet oplost in vloeistof
Vloeistof die niet oplost in vloeistof
Vaste stof of vloeistof die wel oplost in vloeistof
Krijt in water
Zout in water
Mayonaise
Vloeistofdruppels fijn verdeeld in een gas
Vaste deeltjes fijn verdeeld in een gas
Deodorant spray
Roetwolk uit een uitlaat van een auto

Slide 3 - Drag question

Hiernaast zie je een smeltdiagram van een vaste stof.
Is de stof een mengsel of een zuivere stof?
A
mengsel
B
zuivere stof
C
niet te zeggen

Slide 4 - Quiz

Hiernaast zie je een smeltdiagram van een vaste stof.
Bij welke temperatuur smelt de stof?
A
15°C
B
20°C
C
52°C
D
80°C

Slide 5 - Quiz

Hiernaast zie je een smeltdiagram van een vaste stof.
Na hoeveel minuten is de stof volledig gesmolten?
A
Na 5 minuten
B
Na 20 minuten
C
Na 35 minuten
D
Na 50 minuten

Slide 6 - Quiz

Suspensie
Residu
Filtraat

Slide 7 - Drag question

Op welk verschil berust filtreren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 8 - Quiz

Hoe heet de vaste stof die achterblijft bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 9 - Quiz

Hoe heet de oplossing die wordt opgevangen bij filtreren?
A
bezinksel
B
residu
C
filtraat
D
extract

Slide 10 - Quiz

Op welk verschil berust indampen en destilleren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 11 - Quiz

Een suspensie kun je scheiden door
A
indampen
B
extraheren/ extractie
C
filtreren
D
destilleren

Slide 12 - Quiz

Een tweede manier om een suspensie te scheiden
A
residu
B
destillaat
C
bezinken en afschenken
D
scheiden

Slide 13 - Quiz

Op welk verschil tussen water en alcohol in wijn berust de scheiding dmv destillatie?
A
kleur
B
geur
C
kookpunt
D
dichtheid

Slide 14 - Quiz

Met welke scheidingsmethode worden de grote stukken uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 15 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv filtreren?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 16 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv indampen?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 17 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv centrifugeren?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 18 - Quiz

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv extraheren?
A
aanhechtingsvermogen
B
dichtheid
C
oplosbaarheid
D
deeltjesgrootte

Slide 19 - Quiz

Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt

Slide 20 - Quiz

Thee zetten:
Welke scheidingsmethoden zijn dit?
A
Indampen-filtreren
B
Droogkoken-extraheren
C
Extraheren-indampen
D
Extraheren-filtreren

Slide 21 - Quiz

Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren

Slide 22 - Quiz

Extraheren werkt door het verschil in:
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
oplosbaarheid
D
aanhechtingsvermogen

Slide 23 - Quiz

Welke stappen moet je zetten om een mengsel van zand en zout
van elkaar te scheiden?


stap 1



stap 2



stap 3
verwarmen
door filter gieten
water toevoegen

Slide 24 - Drag question

Met welke scheidingsmethode wordt de kleurstof uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 25 - Quiz

Met welke scheidingsmethode worden de kleine vaste deeltjes uit het water gehaald?
A
filtreren
B
bezinken en afschenken
C
adsorberen
D
indampen

Slide 26 - Quiz

kleurstoffen in een viltstift
zand in water
kleurstof in vloeistof
zout in water
kleur-, geur- en smaakstoffen in theeblaadjes
alcohol in wijn
bezinken en afschenken
chromatografie
destilleren
indampen
adsorberen
extraheren

Slide 27 - Drag question

Op welk verschil in eigenschappen berust de scheiding mbv adsorberen?
A
dichtheid
B
deeltjesgrootte
C
kookpunt
D
aanhechtingsvermogen

Slide 28 - Quiz

Stel: In 100 g koffie zit 75 mg cafeïne. Na het koffiezetten zit er 40 mg cafeïne in het filtraat. Bereken het rendement.
A
Rendement = 187,5%
B
Rendement = 53,3%
C
Rendement = 18,8%
D
Rendement = 40%

Slide 29 - Quiz

Rendement
Een scheiding is nooit helemaal volledig.




  • Stel: Suikerbiet bevat 20 gram suiker, maar je haalt er maar 15 gram uit
  • Dan: Rendement = (15/20)*100% => 75% opbrengst

Rendement=TheoretischeOpbrengstPraktischeOpbrengst100

Slide 30 - Slide

Welke soorten stoffen ken je? Kun je iets zeggen over stoffen indelen?

Slide 31 - Mind map

Wat geleidt stroom?
Ja
Nee
Aluminiumfolie
Zout
Spijker
Elastiekje
Wasknijper

Slide 32 - Drag question

Wie weet het nog?
Waar bestaat keukenzout uit?

Slide 33 - Open question

Metalen
Zouten
Moleculaire stoffen
H2O
CuSn
CO2
Mangaan
CuCl
C₆H₁₂O₆
Natriumbromide

Slide 34 - Drag question

In welke 3 groepen kun je stoffen indelen op basis van hun elektrisch geleidingsvermogen?
A
Halogenen, Metalen, Zouten
B
Metalen, Niet-metalen, Zouten
C
Niet-metalen, Zouten, Moleculaire stoffen
D
Metalen, Zouten, Moleculaire stoffen

Slide 35 - Quiz

Metalen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Slide 36 - Quiz

Hoe heet een verbinding tussen een metaal en een niet-metaal
A
moleculaire stof
B
zout
C
atomaire stof
D
legering

Slide 37 - Quiz

welk metaal is een edel-metaal?
A
Au
B
Na
C
Li
D
Hg

Slide 38 - Quiz

Metaal, zout of niet metaal?
NaCH3COO
A
Metaal
B
Niet Metaal
C
Zout

Slide 39 - Quiz

Metalen zijn:
A
C, H en O
B
He, Ne en Rn
C
Si, P en Cl
D
Li, Na en Fe

Slide 40 - Quiz


Is Xenon een metaal of een niet metaal
A
metaal
B
niet metaal

Slide 41 - Quiz

Zijn er meer metalen
of meer niet-metalen?
A
Metalen
B
Niet-metalen

Slide 42 - Quiz

Moleculaire stoffen zijn opgebouwd uit:
A
metalen én niet-metalen
B
ionen
C
niet-metalen
D
metalen

Slide 43 - Quiz

Zouten zijn moleculaire stoffen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quiz

Moleculaire stoffen geleiden
A
in vloeibare fase
B
in vaste fase
C
in vloeibare en vaste fase
D
niet

Slide 45 - Quiz

Moleculaire stoffen kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Slide 46 - Quiz

Zouten kunnen:
A
In vaste en vloeibare fase NIET geleiden
B
In vaste fase en in vloeibare fase WEL geleiden
C
In vaste fase WEL geleiden in vloeibare fase NIET
D
In vaste fase NIET geleiden, in vloeibare fase WEL

Slide 47 - Quiz

Wat is een zout?
A
Een verbinding van een metaal en een niet-metaal
B
een verbinding van twee metalen
C
een verbinding van twee niet-metalen
D
een moleculaire stof die kan oplossen in water

Slide 48 - Quiz

Waarom zijn atomen elektrisch neutraal?
A
omdat er evenveel elektronen als neutronen in aanwezig zijn
B
omdat er evenveel protonen als elektronen in aanwezig zijn
C
omdat er evenveel protonen als neutronen in aanwezig zijn
D
omdat er geen geladen deeltjes in aanwezig zijn

Slide 49 - Quiz

Wanneer koper reageert met de omgeving noem je dat ´roesten´
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz

Een ijzeren hek wordt behandeld met een dun laagje koper.
Leg uit of dit een legering is

Slide 51 - Open question