H3 Ben jij ondernemend H4 Werk aan de winkel

H3 Ben jij ondernemend 
H4 Werk aan de winkel
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H3 Ben jij ondernemend 
H4 Werk aan de winkel

Slide 1 - Slide

Wanneer je meer gebruik maakt van computers tijdens je werk noemen we dat .....
A
Automatiseren
B
Mechaniseren
C
Robotiseren

Slide 2 - Quiz

Arbeid
Natuur
Kapitaal
Ondernemerschap
Hamer
Hout
Spijkers
Timmerman
Eigenaar / oprichter
Zaagmachine

Slide 3 - Drag question

Inkoopwaarde is een voorbeeld van bedrijfskosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

De arbeidsproductiviteit stijgt wanneer je meer mensen in dienst neemt?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

Als je productie (aantal) stijgt dan daalt de kostprijs
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Bij een hogere productie daalt de kostprijs omdat je de variabele kosten kunt verdelen over een groter aantal?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Je koopt iets in voor € 20,-
De brutowinstopslag is 50%
De btw is 21%
Hoeveel wordt nu de consumentenprijs?
A
€ 30,-
B
€ 36,30
C
€ 48,40
D
€ 34,20

Slide 8 - Quiz

De productiecapaciteit is ...
A
Het aantal producten dat wordt verkocht
B
Het aantal producten dat wordt gemaakt
C
Het totaal aantal producten wat ze kunnen maken
D
Het verschil tussen het aantal producten wat ze maken en verkopen

Slide 9 - Quiz

Een paar voorbeelden van maatschappelijke kosten zijn: geluidsoverlast, meer werkgelegenheid en CO2 uitstoot.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Op de markt blijft de vraag naar appels gelijk, maar het aanbod stijgt. Wat gebeurt er nu met de prijs?
A
Daalt
B
Blijft gelijk
C
Stijgt

Slide 11 - Quiz

Wanneer je bij de productie rekening houdt met mens en milieu dan noemen we dat
A
Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
B
Maatschappelijke Kosten
C
Maatschappelijke Opbrengsten
D
Globalisatie

Slide 12 - Quiz

Een fabrieksmedewerker is werkzaam in de ....
A
Agrarische sector
B
Industriële sector
C
Dienstverlenende sector

Slide 13 - Quiz

Als je ergens begint met werken dan begin je altijd met het minimumloon
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Aanbod van arbeid
Vraag naar arbeid
Werkende 
Bedrijven
Overheid
Werkzoekende

Slide 15 - Drag question

Een ander woord voor alle bezette arbeidsplaatsen en opstaande vacatures is ....
A
Beroepsbevoling
B
Werkgelegenheid

Slide 16 - Quiz

Wat is een ander woord voor openstaande baan?

Slide 17 - Open question

Als iemand werkt in het ziekenhuis in welke sector werkt hij dan (K)
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 18 - Quiz

In welke sector werkt een bloembollen kweker
A
Primaire sector
B
Secundaire sector
C
Tertiaire sector
D
Quartaire sector

Slide 19 - Quiz

In welk van de volgende situatie groeit de arbeidsbevolking NIET
A
Meer immigratie
B
Meer mensen studeren af
C
Meer mensen met pensioen
D
Meer vrouwen willen werken

Slide 20 - Quiz

Stelling 1: Werktijden, loon en vakantiedagen zijn voorbeelden van arbeidsvoorwaarden.
Stelling 2: Regels over een veilige arbeidsomgeving staat in de wet gelijke behandeling.
Welke stelling is juist?
A
Stelling 1 is juist
B
Stelling 2 is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 21 - Quiz

De arbeidstijdenwet regelt wie er recht heeft op een uitkering?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Wanneer de consument minder gaat kopen leidt dit tot ....
A
Conjuncturele werkloosheid
B
Frictie werkloosheid
C
Seizoenswerkloosheid
D
Structurele werkloosheid

Slide 23 - Quiz

Als iemand werk zoekt, maar zich niet heeft ingeschreven bij het UWV spreken we van ...
A
Frictie werkloosheid
B
Conjuncturele werkloosheid
C
Verborgen werkloosheid
D
Geregistreerde werkloosheid

Slide 24 - Quiz