16.2 Vervolg aangeboren afweer 5V 2324

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer

1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 26 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
16.2 Vervolg aangeboren afweer

Slide 1 - Slide

Doel 16.2 
Je legt uit hoe je afweersysteem onderscheid maakt tussen lichaamsvreemde en lichaamseigen stoffen.
Je beschrijft de rol van witte bloedcellen bij de afweer
Je beschrijft de rol van complementeiwitten bij de afweer.


Slide 2 - Slide

A-specifieke/niet-specifieke afweer

Afweer die breed gericht is tegen ziekteverwekkers. Maakt geen onderscheid (dus niet tegen 1 specifiek virus of 1 specifieke bacterie). Dit type afweer heb je vanaf je geboorte. 




Slide 3 - Slide

Vraag
1. (BINAS) Noem 2 vormen van een fysieke/fysische barrière om binnendringen van ziekteverwekkers te voorkomen.
2. (BINAS) Noem 2 vormen van een chemische barrière om binnendringen van ziekteverwekkers te voorkomen.





Slide 4 - Slide

A-specifieke afweer

Slide 5 - Slide

A-specifieke afweer
Eerste verdedigingslinie: huid/slijmvliezen
Binnendringen voorkómen.
Tweede verdedigingslinie (na binnendringen): 
  • Ontstekingsreactie 
  • Witte bloedcellen
  • Complementsysteem/complementeiwitten


2. Hoe zou een auto-immuunziekte kunnen ontstaan?

Slide 6 - Slide

Lichaamseigen/ -vreemd
Door je afweersysteem moet onderscheid gemaakt worden tussen lichaamseigen en lichaamsvreemde dingen in je lichaam.
Hoe? 
Antigenen

Slide 7 - Slide

Antigenen ziekteverwekkers

Slide 8 - Slide

Antigenen lichaamscellen
MHC-I molecuul: presenteert (delen van) eiwitten die in die cel worden gemaakt.

Slide 9 - Slide

Antigenen herkennen
Je afweersysteem is getraind om lichaamseigen antigenen te herkennen: alles wat afwijkt moet wel lichaamsvreemd zijn!

Slide 10 - Slide

Vragen
1. In verschillende organen hebben lichaamscellen andere antigenen? waar/niet waar
2. Hoe zou een auto-immuunziekte kunnen ontstaan?

Slide 11 - Slide

Ontstekingsreactie
Ontstaat bij weefselbeschadiging.

Slide 12 - Slide

Witte bloedcellen
Betrokken bij de niet specifieke afweer:
  • Granulocyten
  • Macrofagen
  • Natural Killer cellen


Slide 13 - Slide

Granulocyten
granulocyten hebben
een veelvormige, niet
ronde kern.

Bij ontdekking van een ziekteverwekker:
Geven gifstoffen af die schadelijk zijn voor de ziekteverwekker
Geven cytokinen af die andere witte bloedcellen aantrekken


Slide 14 - Slide

Macrofagen=fagocyten
macrofagen omvatten deeltjes en cellen die niet in het lichaam thuis horen. Met lysosomen verteren ze deze deeltjes/ cellen.

Geldt voor:
Bacteriën, virussen, splinters, inkt, dode/ beschadigde cellen etc.

 

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Vragen
1. In welke opzichten helpt de ontstekingsreactie het functioneren van de macrofagen?

Slide 19 - Slide

Natural Killer cellen
Herkennen cellen met lichaamsvreemde eiwitten op het MHC-I molecuul en doden deze:

Virus-geïnfecteerde cellen
Tumorcellen.

Doorboren (perforine) of aanzetten tot apoptose.

Slide 20 - Slide

Natural Killer cellen
Scheiden perforine af: een stof die de celmembraan stuk maakt (de cel sterft), óf zetten de cel aan tot apoptose (DNAse wordt geactiveerd, DNA wordt afgebroken)

Doden dus juist lichaamseigen cellen die zich vreemd gedragen door virusinfectie/ tumorgenen

Slide 21 - Slide

Vragen
1. Hoe komt het dat tumorcellen herkend worden door NK cellen?

Slide 22 - Slide

Complementsysteem
Plm 30 verschillende complementeiwitten in je bloed.
Kunnen binden aan ziekteverwekkers
Brengen dan een cascade op gang die leidt tot:

1. doden van ziekteverwekkers
2. aantrekken van witte bloedcellen (via cytokines)
3. markeren van ziekteverwekkers


Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Doel 16.2
Je hebt geleerd welk type ziekteverwekkers er zijn
Je hebt geleerd hoe je lichaam zich verweert tegen ziekteverwekkers
Je hebt geleerd hoe je lichaam onderscheid maakt tussen lichaamseigen en lichaamsvreemd

Slide 26 - Slide