F2-3: Denken over informatica (3) - Tunnelvisie

Denken over Informatica (F 2-3)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl
1 / 10
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Denken over Informatica (F 2-3)
Antje Roestenburg
a.roestenburg@minkema.nl

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Een veelgehoorde uitdrukking is 'alles draait om geld'.

Geef een voorbeeld van een situatie waarbij mensen die opmerking maken.

Slide 4 - Open question

Mensen zeggen het bijvoorbeeld als ze zien dat rijke mensen veel meer mogelijkheden hebben dan minder rijke. 
Of op Prinsjesdag, als het gaat hoe de regering geld gaat uitgeven. 
Leg uit waarom de uitspraak een vorm van tunnelvisie is.

Slide 5 - Open question

Voor het gemak vergeet je dat er veel meer is dan geld. 
Je zou namelijk hetzelfde kunnen beweren over iets anders, bijvoorbeeld: ‘alles draait om macht’ (in de politiek heb je macht nodig om beslissingen te kunnen nemen) of ‘alles draait om mensen’ (zonder mensen om je heen heb je niets aan geld).

Ga op zoek naar voorbeelden van een tunnelvisie bij ICT-projecten:

Slide 6 - Open question

De Sociale verzekeringsbank (SVB) is een overheidsinstantie die zorgen voor de uitbetaling van bijvoorbeeld de kinderbijslag en de AOW. Om dat proces te digitaliseren werd er software gemaakt onder de naam ‘Multi Regelingen Systeem’. 
De programmeurs hadden geen inzicht in wat het systeem precies moest kunnen en er was geen professioneel overleg tussen ontwikkelaars en opdrachtgever. Het werd bijvoorbeeld niet ter controle voorgelegd aan gebruikers. 
Uiteindelijk heeft het systeem nooit gewerkt, maar het kostte wel 43 miljoen euro. 
Leg uit wat de gevolgen waren van de tunnelvisie.

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Aspecten van ICT

Slide 9 - Mind map

  • Communicatieve (beelden, symbolen en teksten)
  • Analytische (orde en logica, complexiteit, sluit dit aan bij de doelgroep?)
  • Esthetische (schoonheid, consistentie en harmonie)
  • Fysieke en psychische (gevoel, vertrouwen, lichamelijk en geestelijk welzijn)
  • Vormende (vrijheid, macht, sturing, privacy, meningsvorming)
  • Sociale (omgang, verbondenheid, samenhang binnen een groep)
  • Economische (geld en goederen, productiviteit)
  • Juridische (wetten en regels, rechtvaardigheid)
  • Morele (zorgvuldigheid, geloofwaardigheid, betrouwbaarheid, openheid, een goed doel dienend)

Slide 10 - Slide

This item has no instructions