F2-3: Denken over informatica (9) - Privacy (1)

• Informatica
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4-6

Denken over Informatica (F 2-3)

Antje Roestenburg

[e-mail]

Op welke manieren zou een bedrijf als Google te weten kunnen komen waar je vaak aan denkt of wat voor gevoelens je hebt?

Doordat mensen via internet zoeken op dingen die hen bezighoudt, zoals hoe je veel geld kunt verdienen, hoe je van liefdesverdriet af kunt komen, of omdat mensen letterlijk intypen of zeggen wat ze voelen, zoals ‘ik verveel me’ of schelden tegen hun smartphone. 

Een tweede voorbeeld is dat al ons online gedrag samen ervoor zorgt dat Google kan voorspellen wat belangrijk voor je is, hoe je je voelt en wat je bezighoudt.

Hoe zouden privézaken over jezelf, je directe omgeving, je werk of school, of de openbare omgeving in je smartphone terecht kunnen komen?

• Jezelf: 
  Notities maken van je eigen ideeën en gedachten op je smartphone 
  
• Je directe omgeving:
  Alle chatgesprekken met je familie en vrienden 
• School en werk:
  Alle gegevens over je absentie en je cijfers en alle gemaakte schoolwerk. 
• De openbare ruimte:
  Alles wat je publiek online hebt gezet.

Privégegevens kunnen zowel offline als online in de openbaarheid komen.
Maakt het veel uit of dat offline of online gebeurt?
Waarom wel of niet?

De gevolgen kunnen online veel groter zijn. 

Gegevens kunnen online heel lang zichtbaar blijven en veel meer mensen kunnen die gegevens bekijken.