Unterrichtswoche 2

4V - Reisen - Stunde 1
L. Peute
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4V - Reisen - Stunde 1
L. Peute

Slide 1 - Slide

Inhalt dieser Stunde
1. Wiederholung
2. Hausaufgaben
3. zu Gast auf fremden Sofas
4. Wörter Teil B


Ziel(e):
  • je kunt hoofdpunten en belangrijkste argumenten in een tekst begrijpen.
  • Je kunt in een artikel nieuwe informatie en specifieke details vinden.

Slide 2 - Slide

Das schwache Verb
Notiere ins Heft.
  1. (reisen) Ich ___  immer zweiter Klasse. Wie ___ du immer? 
  2. (benutzen) Du ___ deine Zeit schlecht? Johann ___ sie viel besser. 
  3. (kaufen) Ich ___ diese Platte. ___ du sie auch?
  4.  (wohnen) Karl ___ in Groningen. Wo ___ du?
  5. (regnen) Es ___ schon wieder. Gestern hat es auch den ganzen Tag ___.
  6. (warten) Ihr ___ doch auf mich? Ich ___ ja auch immer auf euch.
  7. (arbeiten) Jetzt ___ er bei einer Bank, aber voriges Jahr ___ er bei der Post. 

Slide 3 - Slide

Modal Verb
Notiere ins Heft.
1. (können) ___ du schwimmen? Ja, ich ____gut schwimmen.
2. (wissen) ____ ihr,  wo Lucas ist? Nein, das ___ wir nicht.
3. (wollen) ____ du Kaffee oder Tee? Ich ___ Tee.
4. (mögen) ____ er Zucker? Nein, er ____  keinen Zucker.
5. (dürfen) Maria ___ nicht nach Hause, aber Bert ___ es. 
6. (sollen) Ihr ___ Hausaufgaben machen. 

Slide 4 - Slide

Zu Gast auf fremden Sofas
Lies die Einleitung und die Interviewfragen von Text 1 'Zu Gast auf fremden Sofas' und mache folgende Aufgabe:

> Worum geht es im Text?



Slide 5 - Slide

Markeren
- Markeer belangrijke woorden uit de antwoorden.

- Markeer zaken in de tekst, waarvan je denkt een antwoord te kunnen vinden.

- Gebruik alleen een woordenboek als je het woord niet op een andere manier kunt vertalen.

Slide 6 - Slide

An die Arbeit!
Was?
K2 - Teil B - Aufgaben 5+6

Wie?
individuell
mit Farbstiften

Wie lange?
20 Minuten
Fertig?
> K2 - Teil B - Aufgaben 7+8

> Schauen Sie mal in Its Learning nach was Sie machen können.
timer
20:00

Slide 7 - Slide

> Würdest du beim Coachsurfing mitmachen? Begründe.

> Glaubst du, dass Couchsurfing dazu beiträgt, dass Menschen offener und toleranter werden? Diskutiert diese Frage in einer Vierergruppe.

Slide 8 - Slide

Je kunt hoofdpunten en belangrijkste argumenten in een tekst begrijpen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Hausaufgaben
Mache
woots Kijk- en Luisteropdracht

Lerne
1. Wörter NL-D Liste D
2. Wörter D-NL Listen A1/A2/B1/B2

Slide 10 - Slide

4V - Reisen - Stunde 2
L. Peute

Slide 11 - Slide

Inhalt dieser Stunde
1. Wiederholung 
2. Grammatik: Die Modalverben im Präteritum
3. An die Arbeit


Ziel(e):
  • Je kunt de modale werkwoorden in de Präteritum vervoegen.

Slide 12 - Slide

Doelen
In deze les leer je wat Modalverben zijn
Je leert deze te vervoegen zowel in tegenwoordige tijd, verleden tijd 

Slide 13 - Slide

Modalverben 
Wat is het?
Een hulpwerkwoord is een werkwoord dat, in tegenstelling tot zelfstandige werkwoorden, een betekenis toevoegt aan een ander werkwoord en daardoor in principe niet zelfstandig voorkomt:

Ik dans
Ik kan dansen

Slide 14 - Slide

Modalverben
Hetzelfde is ook in het Duits het geval:

ich tanze
ich kann tanzen

Slide 15 - Slide

Tijden
Net als in het Nederlands (ik kan dansen --> ik kon dansen)
veranderen ook in het Duits de vormen van hulpwerkworden wanneer ze in een andere tijd gebruikt worden (ich kann tanzen --> ich konnte tanzen)

Slide 16 - Slide

Modalverben TT
In de tegenwoordige tijd vallen 2 dingen op:
1. bij de ich, du en er/sie/es/man vorm verandert de klinker in de stam van het werkwoord.  --> können stam= könn --> ich kann
2. de ich en de er/sie/es/man vorm hebben geen uitgang --> ich kann NIET ich kanne

Slide 17 - Slide

T.T. van können,müssen,wollen, wissen

Slide 18 - Slide

Modalverben VT
- geen umlaute (ö,ä,ü) maar o,a,u
- aan de stam komt -te- voor de verleden tijd
- de ich en de er,sie,es,man vorm heeft geen uitgang
- bij wissen verandert de i in de stam naar u

Slide 19 - Slide

Präteritum (VT)
können
mögen
müssen
dürfen
ich
konnte
mochte
musste
durfte
du
konntest
mochtest
musstest
durftest
er/sie/es
konnte
mochte
musste
durfte
wir
konnten
mochten
mussten
durften
ihr
konntet
mochtet
musstet
durftet
sie/Sie
konnten
mochten
mussten
durften
Umlaute verdwijnen | 1e & 3e pers. enk. & meerv. zijn hetzelfde

Slide 20 - Slide

Präteritum (VT)
wollen
sollen
wissen
ich
wollte
sollte
wusste
du
wolltest
solltest
wusstest
er/sie/es
wollte
sollte
wusste
wir
wollten
sollten
wussten
ihr
wolltet
solltet
wusstet
sie/Sie
wollten
sollten
wussten
Umlaute verdwijnen | 1e & 3e pers. enk. & meerv. zijn hetzelfde

Slide 21 - Slide

An die Arbeit!
Was?
K2 - Teil C - Aufgaben 16+17+18

Wie?
individuell

Wie lange?
15Minuten
Fertig?
> K2 - Teil C - Aufgabe 20

> Schauen Sie mal in Its Learning nach was Sie machen können.
timer
15:00

Slide 22 - Slide

4V - Reisen - Stunde 3
L. Peute

Slide 23 - Slide

Maak de 0-meting in WOOTS

Slide 24 - Slide