This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Terschelling H1, H2, H3
Slide 1 - Slide
Welke kustvormende processen zijn het meest van invloed op de Waddeneilanden?
A
Rivier en getijde
B
Getijde en golf
C
Golf en rivier
D
Alledrie even veel
Slide 2 - Quiz
In welke van de volgende plaatsen / locaties komt de vloedstroom als eerste
A
Den Haag, Zuid-Holland
B
Zandvoort, Noord-Holland
C
Terschelling
D
Middelburg, Zeeland
Slide 3 - Quiz
"Op de platen stromen kleine geultjes, de X, die bij eb water afvoeren naar de grotere geulen en dan ook droogvallen." Wat hoort er bij de X te staan?
A
Prielen
B
Kwelders
C
Slenken
D
Geulen
Slide 4 - Quiz
Leg in je eigen woorden het verschil uit tussen vloed en hoogwater
Slide 5 - Open question
Door het smelten van landijs is er sprake van relatieve zeespiegelstijging
A
Juist
B
Onjuist
Slide 6 - Quiz
Noem de drie factoren die de golfhoogte bepalen
Slide 7 - Open question
Vooral bij de west-oost gelegen eilanden vindt er (1) plaats in het westen, terwijl diezelfde eilanden in het oosten juist (2). Er wordt ook wel gesproken over wandelende waddeneilanden.
A
1 = erosie 2 = groeien
B
1 = erosie 2 = slijten
C
1 = sedimentatie 2 = groeien
D
1 = sedimentatie 2 = slijten
Slide 8 - Quiz
Eolische processen zijn processen die onder invloed staan van de
A
Zee
B
Rivieren
C
IJs
D
Wind
Slide 9 - Quiz
Een periode waarin de invloed van de zee toeneemt heet ...
Slide 10 - Open question
Sinds het begin van het Holoceen is er sprake van transgressie
A
Juist
B
Onjuist
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
De afbeelding is ... jaar geleden
A
10.000
B
2500
C
1250
D
500
Slide 13 - Quiz
Het groen in de vlag van Terschelling staat voor ...
A
De kwelder
B
De bossen
C
De polder
D
Het wad
Slide 14 - Quiz
Is het wiel op de foto binnen- dijks of buitendijks?