2H les 1 P4

programa de lunes 23 de abril
  • herhalen hay, ser en estar
  • oef ser en estar verbuga
  • kiezen hay ser en estar
  • maken WB bron H (oef 22 en 23a) + diagnostische toets afmaken(unidad 2)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

programa de lunes 23 de abril
  • herhalen hay, ser en estar
  • oef ser en estar verbuga
  • kiezen hay ser en estar
  • maken WB bron H (oef 22 en 23a) + diagnostische toets afmaken(unidad 2)

Slide 1 - Slide

hay, ser en estar
hay: er is, er zijn
no hay...: er is niet.../er zijn geen...

estar: zijn - in de betekenis van 'zich bevinden'. Dus wáár iets of iemand zich bevindt.

ser: zijn - in alle andere gevallen

Slide 2 - Slide

oef 3 min ser + 3 min estar

Slide 3 - Slide

La cuenta __________ muy alta.
A
hay
B
es
C
está

Slide 4 - Quiz

En la bolsa (=tas) __________ tres tomates y dos limones.
A
hay
B
es
C
está

Slide 5 - Quiz

__________ muchos coches en la calle.
A
hay
B
es
C
están

Slide 6 - Quiz

La farmacia __________ al lado de la panadería.

A
hay
B
es
C
está

Slide 7 - Quiz

Tus primas __________ bonitas.

A
hay
B
son
C
están

Slide 8 - Quiz

Yo __________ un alumno del colegio Alkwin.

Slide 9 - Open question

¿Vosotros __________ en la pescadería.

Slide 10 - Open question

La manzana __________ verde (=groen).

Slide 11 - Open question

¿Dónde __________ una farmacia en Uithoorn?

Slide 12 - Open question

bijvoeglijke naamwoorden
Kijk nog eens het filmpje in classroom

Slide 13 - Slide

Maak de oefening in classroom 
Bij de les van vandaag zit ook een link naar een oefening over bijvoeglijk naamwoorden

Slide 14 - Slide

Maak de volgende taken:
bron H: oef 22+23a 
D-toets unidad 2 

Slide 15 - Slide

los deberes de lunes 14 de mayo
¡nada!

Slide 16 - Slide