Deel 6b, blok 4, week 3 Les 1 kommagetallen aftrekken in geldcontext

36000 + 6 =

1 / 27

Slide 1: Open question

RekenenBasisschoolGroep 6

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 10 min

Items in this lesson

36000 + 6 =

Slide 1 - Open question

36000 + 85 =

Slide 2 - Open question

36000 + 8000 =

Slide 3 - Open question

36000 + 375 =

Slide 4 - Open question

36000 + 15000 =

Slide 5 - Open question

42500 + 4000 =

Slide 6 - Open question

63600 + 500 =

Slide 7 - Open question

82250 + 1250 =

Slide 8 - Open question

35000 + 28000 =

Slide 9 - Open question

91850 + 150 =

Slide 10 - Open question

40000 - 2000 =

Slide 11 - Open question

40000 - 15000 =

Slide 12 - Open question

40000 - 5 =

Slide 13 - Open question

lesdoel

Ik kan sommen aftrekken in een geldconctext

zoals

63,50 – 2,75

Slide 14 - Slide

Pak je wisbordje of je oefenschrift

De volgende sommen ga je hierop uitrekenen.

Slide 15 - Slide

15,65 - 9,89 =

Slide 16 - Open question

Frans en Joke kopen allebei een potje honing. Joke betaalt 2,49 en Frans betaalt 3,35. Wat is het verschil in prijs?

Slide 17 - Open question

9,45
5,69 -

Slide 18 - Open question

8,35
6,77 -

Slide 19 - Open question

7,09
3,88 -

Slide 20 - Open question

6,22
1,35 -

Slide 21 - Open question

5,60
2,95 -

Slide 22 - Open question

16,85
4,98 -

Slide 23 - Open question

24,55
11,08 -

Slide 24 - Open question

22,08
10,89 -

Slide 25 - Open question

19,75
12,88 -

Slide 26 - Open question

18,85
12,98 -

Slide 27 - Open question